LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
Rijden in geladen toestand
Matig uw snelheid en draai geleide-
lijk aan wanneer u ladingen ver-
voert. Vermijd hellingen en ruig
terrein. Voorzie een langere remaf-
stand. Wanneer dit voertuig een
zware last trekt, neemt zijn remaf-
stand toe, vooral op een helling.
De laadbak kantelen
De laadbak kan worden gekanteld,
zodat u de lading gemakkelijker
kunt lossen. Gebruik hiervoor de
hendels aan elke kant van de laad-
bak.
1. Rechterhendel
OPMERKING
Zet altijd de motor
uit wanneer u de laadbak kantelt.
WAARSCHUWING
-
Zorg er steeds voor dat er nie-
mand achter de laadbak staat
wanneer u aan de hendel trekt
om de laadbak te kantelen.
-
Het laadgewicht kan de wer-
king van het kantelen van de
laadbak beïnvloeden (kantelen
of naar omlaag laten).
Wees erg voorzichtig wanneer u
de achterkleppen en de laadbak
bedient. Tijdens het transport kan
de lading verschoven zijn.
Om de laadbak terug omlaag te
brengen, duwt u de laadbak naar
beneden toe op zijn plaats.
32
VEILIGHEIDSINFORMATIE
WAARSCHUWING
-
Zorg ervoor dat uzelf en ande-
re personen weg van de laad-
bak en de plaats waar deze op
het voertuigframe neerkomt
staan wanneer u de laadbak
omlaag brengt.
-
Zorg ervoor dat u de laadbak
en de achterkleppen correct
vastmaakt voor u rijdt.
-
Zorg ervoor dat er geen objec-
ten tussen de gekantelde
laadbak en het voertuigframe
zitten, zodat de laadbak goed
kan worden vastgemaakt na-
dat deze omlaag gebracht is.
VOORKANT GEKANTELDE LAADBAK
VRIJ VAN OBJECTEN
DUW OM TE SLUITEN
1. Handbeschermer