Rijregelsystemen
Traction Control
Traction Control (TC) is een onder‐
deel van de elektronische stabiliteits‐
regeling (ESC) die helpt bij het
behoud van de rijstabiliteit, ongeacht
wegdek en grip van de banden, en
voorkomt dat de wielen gaan door‐
slippen.
Zodra de aangedreven wielen begin‐
nen door te slaan, wordt het motor‐
vermogen verminderd en wordt het
wiel met de meeste slip afzonderlijk
afgeremd. Daardoor wordt de rijstabi‐
liteit van de auto op een glad wegdek
aanmerkelijk verbeterd.
TC is bedrijfsklaar zodra het contact
wordt ingeschakeld en controle‐
lampje b op de instrumentengroep
dooft. Een bijbehorend bericht
verschijnt ook op het Driver Informa‐
tion Center 3 107.
Wanneer TC ingrijpt, knippert b.
9 Waarschuwing
Laat u door dit speciale veilig‐
heidssysteem niet verleiden tot
een roekeloze rijstijl.
Snelheid aan de staat van het
wegdek aanpassen.
Controlelampje b 3 104.
Aanhangerstabilisatie 3 183.
Enhanced Traction Mode
Het Traction Control-systeem (TC) is
indien nodig uit te schakelen voor
meer grip op zachte grond of modde‐
rige of besneeuwde wegen:
Rijden en bediening
Druk op Ø op het instrumentenpa‐
neel.
Controlelampje Ø brandt op de
instrumentengroep en er verschijnt
een bijbehorend bericht op het Driver
Information Center 3 107.
Wanneer de snelheid 50 km/u
bereikt, schakelt het systeem auto‐
matisch over van Enhanced Traction
Mode op TC. Controlelampje Ø
dooft op de instrumentengroep.
U kunt TC weer activeren door
nogmaals op Ø te drukken. Contro‐
lelampje Ø dooft.
165