Bij het overschrijden van een
bepaalde lage snelheid of wanneer
het contact uit staat, wordt de hoog‐
teverstelling automatisch gedeacti‐
veerd en wordt het veringssysteem
weer op de normale hoogte gezet.
Onderhoudsmodus
Druk wanneer de auto stilstaat gedu‐
rende 5 seconden op i om de auto
in de onderhoudsmodus te zetten.
Het controlelampje licht op.
Na het activeren van de onderhouds‐
modus moet de hoofdschakelaar van
de luchtvering worden uitgeschakeld.
U sluit de onderhoudsmodus af door
i nogmaals gedurende 5 seconden
in te drukken.
Storing
Bij het vaststellen van een storing
gaat i soms knipperen. Als er na het
activeren van de onderhoudsmodus
een storing is, gaan h, S en R tege‐
lijkertijd knipperen.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Uitlaatgassen
9 Gevaar
Motoruitlaatgassen bevatten het
giftige en bovendien kleur- en
geurloze koolmonoxide dat bij
inademen levensgevaarlijk kan
zijn.
Wanneer uitlaatgassen in de
passagiersruimte dringen, de
ruiten openen. Oorzaak van de
storing door een werkplaats laten
verhelpen.
Niet met een geopende achterklep
rijden, aangezien er dan uitlaat‐
gassen de passagiersruimte
binnen kunnen dringen.
Roetfilter
Het roetfilter verwijdert roetdeeltjes
uit de uitlaatgassen. Het systeem
heeft een zelfreinigende functie die
tijdens het rijden automatisch wordt
geactiveerd, zonder dat hier een
melding over verschijnt.
Rijden en bediening
Het filter wordt geregenereerd door
achtergebleven roetdeeltjes perio‐
diek bij een hoge temperatuur te
verbranden. Dit proces vindt automa‐
tisch plaats onder bepaalde rijom‐
standigheden. Autostop is niet
beschikbaar en het brandstofverbruik
ligt mogelijk hoger. Enige geur- en
rookontwikkeling tijdens deze proce‐
dure is normaal.
Onder bepaalde rijomstandigheden,
bijvoorbeeld bij korte ritten, kan het
systeem zichzelf niet automatisch
reinigen.
Wanneer het filter moet worden gerei‐
nigd, maar de recente rijomstandig‐
heden geen automatische reiniging
toelieten, knippert controlelampje j
3 102. Onmiddellijk hulp van een
werkplaats inroepen.
149