Binnenverlichting
De instapverlichting gaat branden
wanneer de auto met de handzender
wordt ontgrendeld of de voorportieren
worden geopend.
Wanneer de portieren worden geslo‐
ten, dooft de interieurverlichting na
enige tijd of direct als het contact
wordt ingeschakeld.
Voorste binnenverlichting
Met de schakelaar in de middelste
stand werkt het licht als instapverlich‐
ting.
Werkt door indrukken van schakelaar
c:
● continu aan
● aan wanneer de portieren
worden ontgrendeld en geopend
● continu uit
Achterste binnenverlichting
Combi, bus
De interieurverlichting onderaan en in
het dak bevinden zich in de passa‐
giersruimte achteraan.
Verlichting
Bedien de tuimelschakelaar op het
instrumentenpaneel:
druk op OFF : uit
druk op c
: aan
Leeslampen l 3 120.
Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting kan
zodanig worden ingesteld dat deze
gaat branden bij het openen van de
zij- of achterdeuren, of juist continu is
ingeschakeld.
Met de schakelaar in de middelste
stand werkt het licht als instapverlich‐
ting.
119