3. Schroef de blauwe beschermdop
linksom los van de vulpijp.
4. Open de AdBlue-jerrycan.
5. Sluit een uiteinde van de slang
aan op de jerrycan en schroef het
andere uiteinde op de vulpijp.
6. Til de jerrycan op totdat deze leeg
is of totdat er niets meer uit de
jerrycan stroomt. Dit kan zo'n vijf
minuten duren.
7. Zet de jerrycan op de grond om de
slang te laten leeglopen, wacht
15 seconden.
8. Schroef de slang van de vulpijp.
9. Breng de tankdop aan en schroef
deze rechtsom vast.
10. Sluit de tankklep en de rechter
deur.
Let op
Voer de AdBlue-jerrycan volgens de
lokale milieuregels af. De slang kan
worden hergebruikt na doorspoelen
met water voordat de AdBlue
opdroogt.
Let op
Laat de auto gedurende ten minste
tien seconden om het systeem de
bijgetankte AdBlue te laten detecte‐
ren.
Als u dat niet doet, herkent het
systeem de bijgetankte AdBlue pas
na ongeveer 20 minuten rijden.
Als de bijgetankte AdBlue herkend
is, verdwijnen de waarschuwingen
m.b.t. het AdBlue-peil.
Neem als de bijgetankte AdBlue na
enige tijd met draaiende motor niet
gedetecteerd is contact op met een
werkplaats.
Rijden en bediening
Tankdop
Gebruik uitsluitend originele tankdop‐
pen. De AdBlue-tank heeft een speci‐
ale tankdop.
Storing
Als het systeem een bedrijfsstoring
detecteert, licht controlelampje ú
samen met j op en klinkt er een
geluidssignaal. Onmiddellijk hulp van
een werkplaats inroepen.
Afhankelijk van de versie kan er een
bijbehorend bericht op het Driver
Information Center verschijnen
3 107.
157