Inhoudsopgave
Advertenties
6.2.6. METINGEN AARDEWEERSTAND 3P (C.A 6133)
Bijzondere referentievoorwaarden:
Weerstand van het snoer E: ≤ 0,1 Ω (gecompenseerd).
Parasitaire spanningen: nul.
R
en R
≤ 15 kΩ.
H
S
(R
+ R
) / R
< 300.
H
S
E
R
< 100 x R
.
E
H
De compensatie van de snoeren gaat tot 5 Ω.
Aardeweerstand 3P
Meetgebied
Resolutie
Typische meetstroom piek tot piek
Intrinsieke onzekerheid
Meetfrequentie
Nulspanning
1: stroom met half kaliber met R
6.2.7. LUS- OF LIJNIMPEDANTIEMETINGEN
Bijzondere referentievoorwaarden:
Spanning van de installatie: 90 tot 550 V.
Stabiliteit van de spanningsbron: < 0,05%.
Frequentie van de installatie: 45 tot 65 Hz.
Weerstand van de snoeren: ≤ 0,1 Ω (gecompenseerd).
Contactspanning (potentiaal van de aardleiding t.o.v. de plaatselijke aarde): < 5 V.
De compensatie van de snoeren gaat tot 5 Ω.
Kenmerken van de lusmetingen in de modus zonder uitschakeling
Meetgebied
Meetgebied IEC 61557-3
Resolutie
Meetstroom It
Intrinsieke onzekerheid
Kenmerken van de lus- of lijnmetingen in de modus met uitschakeling
Meetgebied
Meetgebied IEC 61557-3
Resolutie
Meetstroom It
Intrinsieke onzekerheid
Kenmerken van de berekening van de kortsluitstroom
Rekenformule: Ik = U
/ Z
LPE
Berekeningsgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid voor U
0,50 - 99,99 Ω
1
± (2% L + 10 pt)
= 1000 Ω.
H
1 - 2 000 Ω
10 - 2 000 Ω
1 Ω
12 mA
± (5% L + 2 pt)
0,1 - 399,9 Ω
1,0 - 399,9 Ω
0,1 Ω
300 mA
± (5% L + 2 pt)
LOOP
√ (intrinsieke onzekerheid over de spanningsmeting)² + (intrinsieke
= 230V
LPE
onzekerheid over de lusmeting)²
100,0 - 999,9 Ω
0,01 Ω
4,3 mA
25 V piek tot piek
Modus met uitschakeling
1 - 9 999A
1 A
41
0,1 Ω
4,2 mA
± (2% L + 5 pt)
128 Hz
Modus zonder uitschakeling
1 - 999 A
1.000 - 2.000 Ω
1 Ω
3,5 mA
± (2% L + 5 pt)
1 A
Advertenties
Inhoudsopgave
