Aardlekschakelaar
R
L
L
N
R
N
Rb
Ra
Het apparaat verifieert allereerst of de spanning tussen de klemmen L en PE correct is. In dat geval gaat het symbool
permanent branden. Zo niet, dan knippert het symbool en is het niet mogelijk om de test uit te voeren.
Als U
< 90 V, geeft het apparaat afwisselend U
LPE
Als een spanning aanwezig is op de aardgeleider PE, wordt deze door het apparaat gedetecteerd en gaat het lampje
branden om de gebruiker te waarschuwen. Dit verhindert niet het starten van de meting.
■ Druk op de knop TEST om het meten te starten. Het resultaat wordt weergegeven: de foutspanning U
Als de test goed verlopen is, gaat het lampje
L
U
TEST
RCD
■ Druk nogmaals op de toets TEST om terug te keren naar de spanningsmeting.
3.6.3. HET UITVOEREN VAN EEN TEST IN DE HELLING MODUS
Deze test wordt uitsluitend uitgevoerd op differentieelschakelaars van 30 mA.
Druk nogmaals op de toets RCD voor het selecteren van de functie ● RCD
Het symbool
RCD
■ Druk op de toets ►, het type differentieelschakelaar knippert. U kunt dit wijzigen met behulp van de toets ▲: A of AC.
■ Druk nogmaals op de toets ►, de golfvorm knippert. U kunt deze wijzigen met behulp van de toets ▲:
■ Druk een derde keer op de toets ►, de waarde van de grensspanning U
toets ▲: 25 of 50 V.
■ Door nog een laatste keer op de toets ► te drukken wordt de configuratie van de meting voltooid.
■ Sluit het driepolige snoer aan op het apparaat en vervolgens op een contactdoos die deel uitmaakt van het door de te testen
differentieelschakelaar beveiligde circuit.
Maak, indien mogelijk, eerst alle ladingen los van het door de differentieelschakelaar beveiligde net waarop u de test
uitvoert.
PE
N
PE
L
HOLD
V
50V
L
x.5
∆
I
n
mA
TEST
knippert om te melden dat er een risico op uitschakeling is.
of
PE
L
en U
weer.
LPE
NPE
branden.
TEST
SITE
27
Aardlekschakelaar
L
N
PE
L
U
50V
L
RCD
∆
I
n
.
knippert. U kunt deze wijzigen met behulp van de
L
N
PE
L
L
PE
.
F
PE
L
V
Hz
x.5
mA
TEST
SITE
,
,
of
.
L