6.2.5. METINGEN VAN DE ISOLATIEWEERSTAND
Bijzondere referentievoorwaarden:
Vermogen in parallel: < 1 nF.
Max. toelaatbare uitwendige wisselspanning tijdens het meten: nul.
Metingen DC-spanning
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Ingangsimpedantie
Isolatieweerstand
Meetgebied
Meetgebied onder 250 V
Meetgebied onder 500 V
Meetgebied onder 1000 V
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Nulspanning
Nominale stroom
Kortsluitstroom
Typische curve van de testspanning afhankelijk van de lading
De aan de hand van de gemeten weerstand ontwikkelde spanning heeft de volgende vorm:
Typische tijd voor het vestigen van de meting aan de hand van de geteste elementen
Testspanning
250 V - 500 V - 1000 V
Typische ontladingstijd van een capacitief element om 25 Vdc te bereiken
Testspanning
Ontladingstijd (C in µF)
± (0,0 - 999,9 V)
0,1 V
± (1% L + 2 pt)
0,01 - 1,99 MΩ
0,01 - 0,99 MΩ
0,01 - 0,49 MΩ
10 kΩ
± (5% L + 3 pt)
I = 1 mA
U
N
R
= U
/ 1 mA
N
N
Lading
Niet capacitief
10 MΩ
1 s
100 MΩ
1 s
250 V
1 s x C
± (1.000 - 1.200 V)
10 MΩ
0,00 - 99,99 MΩ
2,00 - 99,99 MΩ
1,00 - 99,99 MΩ
0,50 - 99,99 MΩ
10 kΩ
± (3% L + 3 pt)
≤ 1,25 x U
≥ 1 mA
≤ 3 mA
Met 100 nF
2 s
4 s
500 V
1000 V
2 s x C
4 s x C
40
1 V
± (1% L + 2 pt)
100,0 - 999,9 MΩ
100,0 - 999,9 MΩ
100,0 - 999,9 MΩ
100,0 - 999,9 MΩ
100 kΩ
± (3% L + 3 pt)
N
Met 1 µF
12 s
30 s