Inhoudsopgave
Advertenties
Sensorfunctie (C.A 6131)
Meetingang beperkt tot ± 2,2 Vpiek
Max. toelaatbare permanente spanning: 1250 Vrms
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Ingangsimpedantie
6.2.2. FREQUENTIEMETINGEN (C.A 6133)
Bijzondere referentievoorwaarden:
Spanning: binnen het meetgebied.
Stroom: binnen het meetgebied.
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Wanneer de frequentie < 30 Hz of het signaal < 2 V is, geeft het apparaat - - - - weer.
De voor de berekeningen gebruikte frequentie is 50 of 60 Hz, afhankelijk van het gedetecteerde net.
6.2.3. CONTINUÏTEITSMETINGEN
Bijzondere referentievoorwaarden:
Weerstand van de snoeren: ≤ 0,1 Ω (gecompenseerd).
Uitwendige spanning op de klemmen: nul.
Inductantie in serie met de weerstand: ≤ 1 nH.
De compensatie van de snoeren gaat tot 5 Ω.
De responsietijd voor de detectie van de drempelwaarde < 250 ms.
Meetgebied
Resolutie
Meetstroom
Intrinsieke onzekerheid
Nulspanning
6.2.4. WEERSTANDSMETINGEN
Bijzondere referentievoorwaarden:
Uitwendige spanning op de klemmen: nul.
Inductantie in serie met de weerstand: ≤ 1 nH.
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Nulspanning
AC + DC
2,0 - 999,9 mV
0,1 mV
± (1% L + 2 pt)
10 MΩ
30,0 - 999,9 Hz
0,1 Hz
± (0,1% L + 1 pt)
0,00 - 9,99 Ω
0,01 Ω
≥ 200 mA
± (2% L + 2 pt)
7 V ≤ Uv < 8 V
1 - 9.999 Ω
1 Ω
± (1% L + 5 pt)
1,000 - 1,200 V
± (0,0 - 999,9 mV)
1 mV
± (1% L + 2 pt)
10,00 - 99,99 kΩ
10 Ω
± (1% L + 5 pt)
4,5 V
39
DC
± (1,000 - 2,000 V)
0,1 mV
± (1% L + 2 pt)
10 MΩ
1 mV
± (1% L + 2 pt)
Advertenties
Inhoudsopgave
