4.1. ORGANISATIE VAN HET GEHEUGEN
Het geheugen is georganiseerd in maximaal 30 sites, waarbij iedere site tot 99 tests kan bevatten.
4.2. OPSLAG IN HET GEHEUGEN VAN DE METINGEN
Aan het einde van iedere meting kunt u deze registreren door een druk op de toets MEM.
MEM
Bij iedere druk op MEM wordt het meetscherm geregistreerd. En het testnummer incrementeert.
Indien de meting meerdere schermen omvat, zoals de automatische testsequenties, die er tot 8 kan omvatten, incrementeert het
testnummer op dezelfde wijze.
U kunt ook schermen met foutmeldingen registreren.
Wanneer u een meting registreert, kunt u kiezen of u deze in dezelfde site op het volgende testnummer of in een nieuwe site
plaatst. Druk hiervoor lang op de toets MEM, selecteer de site met behulp van de toets▲ en druk nogmaals lang op de toets MEM.
4.3. HET TERUGLEZEN VAN DE METINGEN
Druk voor het teruglezen van de geregistreerde metingen op de toets MR.
MR
Het symbool MR en de laatste geregistreerde meting worden weergegeven.
Het symbool TEST knippert. Met behulp van de toets ▲
kunt u het testnummer wijzigen, waarna de bijbehorende
meting wordt weergegeven.
L
0
LOOP Ik
U
50V
L
Het apparaat geeft vervolgens de laatste test van de gekozen site weer.
Door lang op de toets ▲ te drukken, kunt u snel scrollen.
Druk voor het verlaten van het teruglezen van het geheugen op een functietoets.
4. GEHEUGENFUNCTIE (C.A 6133)
PE
L
Ω
HOLD
A
TEST
MR
SITE
Door op de toets ► te drukken, gaat het symbool SITE
knipperen. U kunt het nummer van de site wijzigen met
behulp van de toets ▲.
RCD
35
L
PE
L
Hz
U
50V
L
x.5
∆
I
n
mA
MR
V
TEST
SITE