3.5.4. HET UITVOEREN VAN EEN LIJNIMPEDANTIEMETING
Door het meten van de lusimpedantie, Zi tussen L en N of tussen twee fasen kan de kortsluitstroom berekend worden en kan de
maat van de bescherming van de installatie bepaald worden (zekering of differentieelschakelaar).
Druk voor de derde keer op de toets LOOP. De functie verandert niet (● LOOP
men worden NL2 en L1.
LOOP
■ Voor een betere precisie moeten de snoeren gecompenseerd worden. Gebruik daarvoor aparte snoeren. Sluit deze aan tussen
de klemmen L en PE, sluit deze kort en voer een compensatie uit van de meetsnoeren door lang te drukken op de toets
totdat de display StAb aangeeft. U kunt de toets
totdat het apparaat uitgeschakeld wordt.
+
COM
■ Kies met behulp van de toets ► de waarde van de grensspanning U
■ Sluit de snoeren aan op de te testen installatie.
Maak, indien mogelijk, eerst alle ladingen los van het net waarop u de lusmeting uitvoert.
Het apparaat verifieert allereerst of de spanning tussen de klemmen L en PE de juiste amplitude en frequentie heeft. In dat
geval gaat het symbool
voeren.
Als een spanning aanwezig is op de aardgeleider PE, wordt deze door het apparaat gedetecteerd en gaat het lampje
branden om de gebruiker te waarschuwen. Dit verhindert niet het starten van de meting.
L
N
PE
■ Druk op de toets TEST om het meten te starten. Het resultaat wordt weergegeven: de lusimpedantie en de kortsluitstroom (Ik).
■ Druk nogmaals op de toets TEST om terug te keren naar de spanningsmeting.
L
L
permanent branden, zo niet, dan knippert het en is het niet mogelijk om een lusmeting uit te
N
PE
L
0
vervolgens loslaten. De compensatie van de snoeren wordt bewaard
0
: 25 of 50 V.
L
TEST
24
) maar de namen van de klem-
LOOP
L
NL2
0
LOOP Ik
U
50V
L
0
NL2
L1
0
Ω
TEST
SITE
PE
L1
Ω
HOLD
A
mA
TEST
SITE