Samenvatting van Inhoud voor Chauvin Arnoux PEL 51
Pagina 1
NL - Gebruikshandleiding PEL 51 PEL 52 Registreerapparaat voor vermogen en energie...
Pagina 2
Het product is recyclebaar verklaard naar aanleiding van een analyse van de levenscyclus overeenkomstig de norm ISO14040. Chauvin Arnoux heeft dit apparaat onderzocht in het kader van een globale Eco-Ontwerp aanpak. Door het bestu- deren van de levenscyclus heeft men de effecten van dit product op het milieu kunnen beheersen en optimaliseren.
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN Dit apparaat voldoet aan de veiligheidsnormen IEC/EN 61010-2-30 of BS EN 61010-2-030, de snoeren voldoen aan de norm IEC/ EN 61010-031 of BS EN 61010-031 en de stroomsensoren voldoen aan de norm IEC/EN 61010-2-032 of BS EN 61010-2-032 voor spanningen tot 600 V in categorie III. Wanneer de veiligheidsinstructies niet in acht genomen worden, bestaat het risico van elektrische schokken, brand, ontploffing en onherstelbare beschadiging aan het apparaat en de installaties.
2. PRESENTATIE VAN DE APPARATEN 2.1. OMSCHRIJVING PEL: Power & Energy Logger (recorder voor vermogen en energie) De PEL51 en PEL52 zijn eenvoudig te gebruiken recorders voor vermogen en energie (eenfasig en tweefasig). Ze hebben een groot LCD display met achtergrondverlichting en een SD-kaart om de metingen op te slaan. Met de PEL kunnen spanning, stroom, vermogen en energie op wisselstroomverdeelnetten (50 Hz of 60 Hz) geregistreerd worden.
2.2. PEL51 EN PEL52 Meetklemmen. PEL 52 POWER & ENERGY LOGGER LCD display met achtergrond- verlichting. Navigatietoetsen. Toets Aan / Uit. Toets Selectie. Ruimte voor de SD-kaart. Figuur 3 2.3. KLEMMENSTROOK PEL52 PEL51 600 V 600 V 600 V CAT III 600 V CAT III 2 spanningsingangen 3 spanningsingangen...
2.4. ACHTERKANT 4 antislipblokjes. 2 magneten. Figuur 5 2.5. RUIMTE VOOR SD-KAART De PEL mag niet gebruikt worden wanneer de ruimte van de SD-kaart open is. Haal voor het openen van de ruimte van de SD-kaart de stekker van het apparaat uit het stopcontact en schakel dit uit. Draai voor het ontgrendelen van de beschermkap de schroef een kwartslag.
2.6. MONTAGE Als recorder is het de bedoeling dat de PEL voor een vrij lange tijd in een technische ruimte geïnstalleerd wordt. De PEL moet in een goed geventileerd vertrek geplaatst worden met een temperatuur die de in § 6.5 aangegeven waarden niet overschrijdt.
2.8.1. STATUSPICTOGRAMMEN Pictogram Omschrijving Geeft de laadtoestand van de accu aan. Wanneer dit knippert, moet de accu opgeladen worden. Geeft het vulpercentage van de geheugenkaart aan. Wanneer dit knippert, is de SD-kaart afwezig of vergrendeld. Wanneer dit knippert , is er een registratie geprogrammeerd. Wanneer dit permanent brandt, is er een registratie bezig.
3. WERKING De PEL moet voor iedere registratie geconfigureerd worden. Deze configuratie omvat de volgende stappen: ■ Wifiverbinding maken met de PC (zie voor het gebruik van de software PEL Transfer § 5). ■ De aansluiting kiezen aan de hand van het type verdeelnet. ■...
3.2. CONFIGURATIE VAN HET APPARAAT Het is mogelijk enkele hoofdfuncties rechtstreeks op het apparaat te configureren. Gebruik voor een complete configuratie de software PEL Transfer (zie § 5) wanneer de wifi-verbinding eenmaal tot stand is gekomen. Druk om via het apparaat naar de Configuratiemodus te gaan op de toetsen ◄ of ► totdat het symbool geselecteerd is.
Pagina 14
1) Procedure voor verbinding met een hotspot De eerste verbinding gaat altijd via de wifi hotspot modus. ■ Druk een eerste keer op de toets Selectie . Het apparaat toont START REC. PUSH ENTER TO START RECORDING. ■ Druk nogmaals op de toets WIFI ST.
Pagina 15
Bij verlies van de logins en het wachtwoord kunt u terugkeren naar de fabrieksconfiguratie (zie § 3.2.5) 2) Procedure voor verbinding met wifi (vervolg) Wanneer uw apparaat eenmaal is aangesloten op een wifi hotspot, kunt u dit aansluiten op een wifi router. Zo heeft u toegang tot uw apparaat via een smartphone of een tablet of via een IRD-netwerk met behulp van een openbaar of privé...
Pagina 16
■ Wijzig in PEL Transfer de verbinding in Ethernet (LAN of wifi) en voer het IP-adres van uw apparaat in, poort 3041, UDP-protocol. U kunt zo meerdere PEL’s op hetzelfde netwerk aansluiten. Figuur 14 Configuratie van de verbinding met de IRD-server ■...
Pagina 17
3.2.3. PRIMAIRE NOMINALE STROOM Druk op de toets ▼ om naar het volgende scherm te gaan. Figuur 16 Sluit de stroomsenor(en) aan. De stroomsensor wordt automatisch door het apparaat gedetecteerd. Voor de PEL52, als er twee stroomsensoren zijn aangesloten, moeten deze identiek zijn. Voor de sensoren AmpFlex of MiniFlex drukt u op de toets om 300 of 3000 A te kiezen.
3.2.5. RESET Druk op de toets ▼ om naar het volgende scherm te gaan. Figuur 18 Druk, om het apparaat terug in de standaard wificonfiguratie te zetten (directe wifi, verwijdering van het wachtwoord) op de toets Het apparaat vraagt om een bevestiging alvorens de reset uit te voeren. Druk op de toets om te valideren en op een willekeurige toets om af te breken.
Pagina 19
In het tweede tabblad kunt u de metingen raadplegen: Figuur 20 In het derde tabblad kunt u de gegevens van het apparaat raadplegen: Figuur 21...
In het vierde tabblad kunt u de gegevens betreffende de lopende registratie of de laatst uitgevoerde registratie raadplegen. Figuur 22 3.4. INFORMATIE Druk voor toegang tot de Informatiemodus op de toets ◄ of ► totdat het symbool geselecteerd is. Scroll m.b.v. de toetsen ▲ en ▼ langs de informatie over het apparaat: ■...
Pagina 21
■ Samenvoegingsperiode ▼ ■ Datum Jaar, maand, dag ▼ ■ Uur Uur, minuut, seconde ▼ ■ (Scrollend) IP-adres ▼ ■ Versie van de software en scrollend serienummer.
4. GEBRUIK Na het apparaat geconfigureerd te hebben, kunt u dit gaan gebruiken. 4.1. VERDEELNETWERKEN EN AANSLUITINGSMOGELIJKHEDEN VOOR DE PEL Sluit de stroomsensoren en de spanningsmeetsnoeren aan op uw installatie, naargelang het type verdeelnet. Bron Laadniveau Controleer altijd of de pijl van de stroomsensor naar de lading wijst. De fasehoek zal zo correct zijn voor de vermogensme- tingen en de andere metingen die van de fase afhangen.
4.1.3. TWEEFASIG 3 DRADEN (TWEEFASIG VANAF EEN TRANSFORMATOR MET MIDDENAFTAKKING): 2P-3W2I (PEL52) Voor metingen van tweefasig 3 draden met 2 stroomsensoren: ■ Sluit het meetsnoer N aan op de geleider van de nulleider ■ Sluit het meetsnoer V1 aan op de geleider van de fase L1. ■...
4.3.1. MEETMODUS Met deze modus kunnen de momentane waarden worden weergegeven: spanning (V), stroom (I), actief vermogen (P), reactief vermogen (Q), schijnbaar vermogen (S), frequentie (f), vermogensfactor (PF), faseverschuiving (φ). De weergave hangt af van het geconfigureerde net. Druk op de toets ▼ om van het ene naar het volgende scherm te gaan. Eenfasig 2 draden (1P-2W1I) φ...
Pagina 25
Eenfasig 3 draden 2 stroomwaarden (1P-3W2I) en tweefasig 3 draden (2P-3W2I) (PEL52) φ (I φ (V ▼ φ (I ▼ φ (I ▼ ▼ Optelsom van de vermogens op L1 en L2. Als een stroomsensor niet gedetecteerd is, worden niet alle grootheden die afhangen van deze stroom (stroom, hoek, vermogens, PF) gedefinieerd (weergave van - - - - ).
4.3.2. ENERGIEMODUS Met deze modus kan de energie worden weergegeven: actieve energie (Wh), reactieve energie (varh), schijnbare energie (VAh). De weergegeven energiewaarden zijn de totale energie, van de bron of van de lading. De energie hangt af van de tijdsduur. Druk op de toets ▼...
Pagina 27
Eenfasig 3 draden 2 stroomwaarden (1P-3W2I) en tweefasig 3 draden (2P-3W2I) (PEL52) ▼ ▼ ▼ ▼ Optelsom van de vermogens op de lading op L1 en L2.
Pagina 28
▼ ▼ ▼ Optelsom van de vermogens op de bron op L1 en L2.
Er verschijnt een waarschuwing die op onderstaande melding lijkt. Klik op OK. Er is geen USB-verbinding op de PEL 51 en 52, dus neem dit automatische bericht niet in aanmerking, dit geldt alleen voor de apparaten van het assortiment PEL.
Pagina 30
Er is een snelkoppeling toegevoegd op uw bureaublad of in de directory Dataview. U kunt nu PEL Transfer openen en uw PEL op de computer aansluiten. Zie voor contextuele informatie over het gebruik van PEL Transfer het helpmenu van de software.
6. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN 6.1. REFERENTIEVOORWAARDEN Parameter Referentievoorwaarden Omgevingstemperatuur 23 ± 2 °C Relatieve vochtigheid 45 tot 75% RV Spanning Geen gelijkspanningscomponent Stroom Geen gelijkspanningscomponent Fasespanning [100 Vrms; 600 Vrms] zonder DC (< 0.5%) Ingangsspanning van de stroomingangen [50 mV; 1,2 V] zonder DC (< 0.5%) (m.u.v.
6.2.3. INTRINSIEKE ONZEKERHEID (M.U.V. DE STROOMSENSOREN) Waarbij: ■ R: weergegeven waarde. ■ I : nominale stroom van de stroomsensor voor een uitgang van 1 V, zie Tabel 15 en Tabel 16 . naam ■ P en S : actief en schijnbaar vermogen voor V = 230 V, I = Inaam en PF = 1. naam naam ■...
Interne klok: ± 20 ppm 6.2.4. STROOMSENSOREN 6.2.4.1. Voorzorgen bij gebruik Raadpleeg het meegeleverde veiligheidsinformatieblad of de te downloaden gebruikshandleiding. De ampèremeters en de flexibele stroomsensoren dienen voor het meten van de stroom die in een kabel circuleert, zonder de kring te openen. Zij isoleren tevens de gebruiker van de in de kring aanwezige gevaarlijke spanningen. De keuze van de te gebruiken stroomsensor hangt af van de te meten stroom en van de diameter van de kabels.
Pagina 34
c) Tang C193 Tang C193 Nominaal bereik 1000 Aac Meetgebied 1 A tot 1200 Aac (I >1000 A gedurende max. 5 minuten) Max. diameter omklemming 52 mm Invloed van de positie <0,1%, van DC bij 440Hz van de geleider in de tang Invloed van een aangrenzende CURRENT CLAMP geleider waar AC-stroom...
Pagina 35
f) Tang MINI 94 Tang MINI 94 Nominaal bereik 200 Aac Meetgebied 50 mA tot 240 Aac Max. diameter omklemming 16 mm Invloed van de positie < 0,08%, bij 50/60 Hz van de geleider in de tang Invloed van een aangrenzende geleider waar AC-stroom >...
Pagina 36
6.2.4.3. Intrinsieke onzekerheid De intrinsieke onzekerheden van de metingen van de stroom en de fase moeten toegevoegd worden aan de intrinsieke onzekerheden van het apparaat voor de betreffende grootheid: vermogen, energie, vermogensfactoren, enz. De volgende kenmerken worden gegeven voor de referentievoorwaarden van de stroomsensoren. Kenmerken van de stroomsensoren die een uitgang hebben van 1V bij Inaam Intrinsieke Typische...
Beperking van de AmpFlex en de MiniFlex ® Net als bij alle Rogowski-sensoren is de uitgangsspanning van de AmpFlex en de MiniFlex proportioneel aan de frequentie. ® Een hoge stroomwaarde met een hoge frequentie kan de stroomingang van de apparaten verzadigen. Om verzadiging te voorkomen, moet de volgende voorwaarde nageleefd worden: n=∞...
6.3.7. VERSTOORDE SIGNALEN De bandbreedte van de volgende signalen is 6 kHz, 5% I < I ≤ 50% I naam naam Type signaal Sensor Typische invloed Tang MN93A < 1% Dimmer met faseonderbreking MiniFlex MA194 < 3% Tang MN93A < 1% Blokgolf MiniFlex MA194 <...
7. ONDERHOUD Het apparaat bevat geen onderdelen die vervangen kunnen worden door niet hiervoor opgeleid en hiertoe bevoegd per- soneel. Bij onbevoegde werkzaamheden of vervanging van onderdelen door andere kan de veiligheid van het instrument in gevaar komen. 7.1. REINIGING Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
8. GARANTIE Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald is onze garantie 24 maanden geldig vanaf de datum van beschikbaarstelling van het materiaal. Een uittreksel van onze Algemene Verkoopvoorwaarden is te vinden op onze website. www.chauvin-arnoux.com/en/general-terms-of-sale De garantie is niet van toepassing in geval van: ■...
9. BIJLAGE 9.1. METINGEN 9.1.1. DEFINITIE Geometrische weergave van het actieve en reactieve vermogen: Geleverd actief Verbruikt actief vermogen vermogen Verbruikt reactief vermogen φ Geleverd reactief vermogen Figuur 28 De referentie van dit schema is de stroomvector (bevestigd op het rechter gedeelte van de as). De richting van de spanningsvector V varieert aan de hand van de fasehoek φ.
9.1.2.4. Berekening van de energiewaarden De energiewaarden worden iedere seconde berekend. De totale energiewaarden zijn beschikbaar met de gegevens van de geregistreerde sessie. 9.2. MEETFORMULES Grootheden Formules Opmerkingen Wisselspanning RMS fase-nulleider vL = v1 of v2 elementaire sample N = aantal samples ab = u elementaire sample Wisselspanning RMS fase-fase (U...
Grootheden Formule Cos (φ) van de lading − ∑ Cos( ϕ × Cos( ϕ met de bijbehorende kwadrant Tabel 18 N is het aantal “1 s” waarden voor de betreffende samenvoegingsperiode (1, 2, 3, 4, 5, 6, 10, 12, 15, 20, 30 of 60 minuten). 9.4.
9.5. BESCHIKBARE GROOTHEDEN ● beschikbaar op het apparaat en in PEL Transfer ○ beschikbaar in PEL Transfer niet beschikbaar Waarde trend Min/Max 1s Max. waarde Waarde real Waarde trend Grootheden Symbool samenge- samenge- time 1s voegd voegd ● ○ ● ○...
Pagina 46
Waarde trend Min/Max 1s Max. waarde Waarde real Waarde trend Grootheden Symbool samenge- samenge- time 1s voegd voegd Schijnbare energie ● ○ op de bron Schijnbare energie ● ○ op de lading ● Φ ( Φ ( ● ● Φ ( ●...
9.6. BESCHIKBARE GROOTHEDEN De volgende grootheden zijn beschikbaar in het apparaat of in PEL Transfer. PEL51 en PEL52 PEL52 Grootheden 1P-2W1I 1P-3W2I en 2P-3W2I ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●...
9.7. VERKLARENDE WOORDENLIJST φ Faseverschuiving van de spanning t.o.v. de stroom. ° Graad. Percentage. Ampère (stroomeenheid). Wisselstroomcomponent (stroom of spanning). Samenvoeging Verschillende gemiddelden bepaald in § 9.3. Piekfactor van de stroom of de spanning: verhouding van de piekwaarde van een signaal tot de effectieve waarde. cos φ...
Pagina 50
FRANCE INTERNATIONAL Chauvin Arnoux Chauvin Arnoux 12-16 rue Sarah Bernhardt Tél : +33 1 44 85 44 38 92600 Asnières-sur-Seine Fax : +33 1 46 27 95 69 Tél : +33 1 44 85 44 85 Our international contacts Fax : +33 1 46 27 73 89 info@chauvin-arnoux.com...