Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

NL - Gebruikshandleiding
Installatiecontrollers
C.A 6131
C.A 6133

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Chauvin Arnoux C.A 6131

  • Pagina 1 NL - Gebruikshandleiding C.A 6131 C.A 6133 Installatiecontrollers...
  • Pagina 2: Voorzorgen Bij Het Gebruik

    U heeft zojuist een installatiecontroller C.A 6131 of C.A 6133 gekocht en wij danken u voor uw vertrouwen. Voor een zo goed mogelijk gebruik van dit apparaat dient u: ■ deze gebruikshandleiding aandachtig door te lezen, ■ de voorzorgen bij gebruik in acht te nemen.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    1.2. Accessoires .................................4 1.3. Het plaatsen van de batterijen of de accu’s .........................5 1.4. Batterijen in de C.A 6133 of oplaadbare accu’s in de C.A 6131 .................. 6 1.5. Het opladen van de accu’s (C.A 6133) ........................6 1.6. Dragen van het apparaat .............................7 1.7.
  • Pagina 4: Eerste Ingebruikname

    907 009 119 - 02/03 ① Een C.A 6131 of een C.A 6133. ② 6 batterijen LR6 of AA voor de C.A 6131 of 6 oplaadbare Ni-MH accu’s voor de C.A 6133. ③ Een USB-snoer - mini-scheerapparaat connector voor de C.A 6133. ④...
  • Pagina 5: Het Plaatsen Van De Batterijen Of De Accu's

    1.3. HET PLAATSEN VAN DE BATTERIJEN OF DE ACCU’S ■ Open het deksel van het batterijvakje. Plaats uw vingers aan beide zijden van het deksel, steek het gereedschap in het kliksys- teem en maak een opheffende beweging. ■ Verwijder het deksel en til daarna de rubberen dop op.
  • Pagina 6: Batterijen In De C.a 6133 Of Oplaadbare Accu's In De C.a 6131

    ■ Plaats de 6 meegeleverde batterijen (voor de C.A 6131) of de 6 oplaadbare accu’s (voor de C.A 6133) en let daarbij op de aangegeven polariteiten. ■ Zet de rubberen dop terug op zijn plaats. Duw deze goed op zijn plaats.
  • Pagina 7: Dragen Van Het Apparaat

    De oplaadtijd bedraagt ongeveer 6 uur. ■ Haal na het opladen de stekker uit het stopcontact. Het apparaat is klaar voor gebruik. 1.6. DRAGEN VAN HET APPARAAT Om tijdens het gebruik van het apparaat de handen vrij te hebben, kunt u de 4-puntsriem voor vrije handen gebruiken. Klik de vier haken van de riem op de vier hiervoor bedoelde plaatsen op het apparaat.
  • Pagina 8: Presentatie Van De Apparaten

    2. PRESENTATIE VAN DE APPARATEN 2.1. C.A 6131 Ingang sensor 0-2V. 600 V CAT III Ω/MΩ > 550 V Klemmenstrook: 3 spannings- ingangen waarvan een voor de afstandsbedieningssonde. Lampjes voor het valideren van de meting. Lampje aanwezigheid span- ning op PE.
  • Pagina 9: 6133

    2.2. C.A 6133 600 V CAT III Klemmenstrook. > 550 V Ω/MΩ Een ingang Een speciale 4-polige stekker voor de acculader. ampèretang MN73A (als optie). 3 spanningsingangen waarvan een voor de af- standsbedieningssonde. Lampjes voor het valideren van de meting. Lampje aanwezigheid span- ning op PE.
  • Pagina 10: Functionaliteiten Van De Apparaten

    2.3. FUNCTIONALITEITEN VAN DE APPARATEN De installatiecontrollers C.A 6131 en C.A 6133 zijn portable meetapparaten met een LCD-scherm. Deze worden van stroom voor- zien door batterijen. Zij kunnen van stroom voorzien worden door oplaadbare accu’s, maar alleen de C.A 6133 kan deze opladen.
  • Pagina 11: Toetsen Van De C.a 6133

    Toets Functie Door lang te drukken kan de weerstand van de snoeren gecompenseerd worden. Door op de toets te drukken kan de achtergrondverlichting gedurende een minuut worden ingeschakeld. Met een tweede druk wordt deze uitgeschakeld. Door op de toets te drukken, kan het door het apparaat uitgezonden geluidssignaal uitgeschakeld worden. Door nogmaals te drukken, wordt dit weer ingeschakeld.
  • Pagina 12: Display

    Toets Functie Door op de toets te drukken, kan het door het apparaat uitgezonden geluidssignaal uitgeschakeld worden. Door nogmaals te drukken, wordt dit weer ingeschakeld. Door lang te drukken kan de weerstand van de snoeren gecompenseerd worden. Door op de toets te drukken, kan de achtergrondverlichting worden ingeschakeld. Met een tweede druk wordt deze uitgeschakeld.
  • Pagina 13: Gebruik

    3. GEBRUIK 3.1. SPANNINGSMETING 3.1.1. BESCHRIJVING VAN HET MEETPRINCIPE Het apparaat scheidt de wisselspanning van de gelijkspanning en vergelijkt de amplitudes om te bepalen of het signaal wissel- spanning (AC) of gelijkspanning (DC) aangeeft. In het geval van een AC-signaal wordt de frequentie gemeten en berekent het apparaat de RMS-waarde van het signaal (AC + DC) om deze weer te geven.
  • Pagina 14: Verificatie Van De Werking Van Het Apparaat

    Indien het een meting onder spanning (LOOP of RCD) betreft, geeft het apparaat de positie aan waarin de fase zich zou moeten bevinden op de stekker met behulp van het symbool . Als de fase zich niet aan de goede zijde bevindt, knippert het symbool , waarmee aangegeven wordt dat het driepolige snoer omgedraaid moet worden.
  • Pagina 15: Weerstands- En Continuïteitsmeting

    3.2. WEERSTANDS- EN CONTINUÏTEITSMETING 3.2.1. BESCHRIJVING VAN HET MEETPRINCIPE Voor de continuïteitsmetingen genereert het apparaat een gelijkstroom van 200 mA, tussen de klemmen + en COM. Het meet vervolgens de spanning die tussen deze twee klemmen aanwezig is en trekt hier de waarde van R=V / I vanaf. Voor de weerstandsmetingen genereert het apparaat een gelijkspanning tussen de klemmen + en COM.
  • Pagina 16: Validering Van De Meting

    3.2.3. VALIDERING VAN DE METING Het apparaat geeft vervolgens aan of de meting al dan niet correct is: ■ Als de waarde van de meting lager is dan de drempel (1 Ω of 2 Ω), gaat het lampje branden en laat het apparaat een continu geluidssignaal horen.
  • Pagina 17: Meting Van De Isolatieweerstand

    3.3. METING VAN DE ISOLATIEWEERSTAND 3.3.1. BESCHRIJVING VAN HET MEETPRINCIPE Het apparaat genereert een continue gelijkspanning tussen de klemmen + en COM. De waarde van deze spanning hangt af van de te meten weerstand: deze is hoger dan of gelijk aan U wanneer R ≥...
  • Pagina 18 3.3.3. VALIDERING VAN DE METING Als er een alarmdrempel geselecteerd is, geeft het apparaat u aan of de meting al dan niet correct is: ■ Als de meting waarde van de hoger is dan de drempel, gaat het lampje branden. ■...
  • Pagina 19: Meting Aardeweerstand 3P (C.a 6133)

    3.4. METING AARDEWEERSTAND 3P (C.A 6133) Met deze functie kan men een aardeweerstand meten terwijl de te testen elektriciteitsinstallatie spanningsloos is (bijvoorbeeld een nieuwe installatie). Deze maakt gebruik van twee hulpstaafaardelektroden, waarbij een derde gevormd wordt door de te testen aardstekker (vandaar de benaming 3P).
  • Pagina 20: Plaatsing Van De Hulpstaafaardelektroden

    ■ Druk op de knop TEST om het meten te starten. Het apparaat begint met het weergeven van - - - gedurende enkele seconden. Ω  E-3P TEST TEST SITE Vergeet niet om aan het einde van de meting de aardstrip weer aan te sluiten alvorens de installatie onder spanning te zetten. 3.4.4.
  • Pagina 21 Als een configuratie op een lijn niet mogelijk is, kunt u de staafaardelektroden in een driehoek plaatsen. Om de meting te valideren, verplaatst u de staafaardelektrode S aan beide zijden van de lijn HE. Vermijd de verbindingskabels van de staafaardelektroden in de directe nabijheid of parallel aan andere kabels (voor transmissie of voeding), metalen leidingen, rails of omheiningen te leggen, om het risico van overspraak met de meetstroom te vermijden.
  • Pagina 22: Meting Van De Lus- Of Lijnimpedantie

    3.5. METING VAN DE LUS- OF LIJNIMPEDANTIE Bij een installatie van het type TN of TT kan men door een lusimpedantiemeting de kortsluitstroom berekenen en de maat voor de beveiliging van de installatie bepalen (zekeringen of differentieelschakelaars), met name op het gebied van onderbrekingsvermogen. Bij een installatie van het type TT kan men door een lusimpedantiemeting eenvoudig de waarde van de aardweerstand bepalen zonder een staafaardelektrode te plaatsen en zonder de voeding van de installatie te hoeven onderbreken.
  • Pagina 23: Het Uitvoeren Van Een Lusmeting Met Uitschakeling

    ■ Het meten start automatisch. Het resultaat wordt weergegeven: de lusimpedantie en de kortsluitstroom (Ik). ■ Druk op de toets TEST om terug te keren naar de spanningsmeting. 3.5.3. HET UITVOEREN VAN EEN LUSMETING MET UITSCHAKELING  Druk nogmaals op de toets LOOP voor het selecteren van de functie ● LOOP LOOP ■...
  • Pagina 24: Het Uitvoeren Van Een Lijnimpedantiemeting

    3.5.4. HET UITVOEREN VAN EEN LIJNIMPEDANTIEMETING Door het meten van de lusimpedantie, Zi tussen L en N of tussen twee fasen kan de kortsluitstroom berekend worden en kan de maat van de bescherming van de installatie bepaald worden (zekering of differentieelschakelaar). ...
  • Pagina 25 3.5.5. FOUTINDICATIE ■ Als de meting van de spanning tussen de klemmen L en PE geen juiste amplitude of frequentie aangeeft, knippert het symbool ■ Als tijdens de meting de foutspanning, U , hoger is dan de grensspanning, U , stopt het meten en knippert het symbool U ■...
  • Pagina 26: Differentieeltest

    3.6. DIFFERENTIEELTEST Met het apparaat kunnen drie soorten tests op de differentieelschakelaars van het type A en AC worden uitgevoerd: ■ een niet-uitschakelingstest, ■ een uitschakelingstest in de impulsmodus, ■ een uitschakelingstest in de hellingsmodus. De niet-uitschakelingtest dient om te controleren of de differentieelschakelaar niet ontkoppelt voor een stroom van 0,5 I .
  • Pagina 27: Het Uitvoeren Van Een Test In De Helling Modus

    Aardlekschakelaar Aardlekschakelaar Het apparaat verifieert allereerst of de spanning tussen de klemmen L en PE correct is. In dat geval gaat het symbool permanent branden. Zo niet, dan knippert het symbool en is het niet mogelijk om de test uit te voeren. Als U <...
  • Pagina 28: Uitvoering Van Een Test In De Impulsmodus

    Het apparaat verifieert allereerst of de spanning tussen de klemmen L en PE correct is. In dat geval gaat het symbool permanent branden. Zo niet, dan knippert het symbool en is het niet mogelijk om de test uit te voeren. Als een spanning aanwezig is op de aardgeleider PE, wordt deze door het apparaat gedetecteerd en gaat het lampje branden.
  • Pagina 29  HOLD 25 V TEST ∆ TEST SITE ■ Druk nogmaals op de toets TEST om terug te keren naar de spanningsmeting. 3.6.5. FOUTINDICATIE ■ Als de meting van de spanning tussen de klemmen L en PE geen juiste amplitude of frequentie aangeeft, knippert het symbool ■...
  • Pagina 30: Stroommeting

    3.7. STROOMMETING De C.A 6131 kan stroommetingen uitvoeren op de sensoringang 0 - 2V. Hiervoor is het gebruik van een, niet meegeleverde, externe sensor nodig. De C.A 6133 kan stroommetingen uitvoeren met behulp van de speciale, optionele ampèremeter MN73A Door de combinatie van de C.A 6133 en de tang MN73A kunnen zeer zwakke stroomwaarden gemeten worden (van enkele mA) zoals foutstroom of lekstroom, en sterke stroomwaarden van enkele honderden ampères.
  • Pagina 31 3.7.4. HET UITVOEREN VAN EEN METING MET DE C.A 6133  Druk op de toets V voor het selecteren van de functie ● V. Sluit de tang MN73A aan op de stroomingang. Het apparaat herkent deze, gaat over op de stroommeting ● I en het symbool wordt weergegeven.
  • Pagina 32: Richting Faseverandering

    3.8. RICHTING FASEVERANDERING Deze meting wordt uitgevoerd op een driefasenet. Hiermee kan de volgorde van de fasen van dit net gecontroleerd worden. 3.8.1. BESCHRIJVING VAN HET MEETPRINCIPE Het apparaat controleert of de drie signalen dezelfde frequentie hebben en vergelijkt vervolgens de fasen om hun volgorde te detecteren (directe of omgekeerde richting).
  • Pagina 33: Functie Auto Rcd (C.a 6133)

    3.9. FUNCTIE AUTO RCD (C.A 6133) Met de functie AUTO RCD kunnen de differentieelschakelaars van de installatie snel getest worden met behulp van een automa- tische sequentie, door het apparaat op een enkel stopcontact aan te sluiten. Wanneer deze functie gestart is, worden er 6 of 8 tests na elkaar uitgevoerd: ■...
  • Pagina 34: Functie Auto Loop Rcd Mω (C.a 6133)

    3.10. FUNCTIE AUTO LOOP RCD MΩ (C.A 6133) Met de functie AUTO LOOP RCD MΩ kan de installatie snel getest worden met behulp van een automatische sequentie, door het apparaat op een enkel stopcontact aan te sluiten. Er worden drie tests na elkaar gestart: ■...
  • Pagina 35: Geheugenfunctie (C.a 6133)

    4. GEHEUGENFUNCTIE (C.A 6133) 4.1. ORGANISATIE VAN HET GEHEUGEN Het geheugen is georganiseerd in maximaal 30 sites, waarbij iedere site tot 99 tests kan bevatten. 4.2. OPSLAG IN HET GEHEUGEN VAN DE METINGEN  Aan het einde van iedere meting kunt u deze registreren door een druk op de toets MEM. Bij iedere druk op MEM wordt het meetscherm geregistreerd.
  • Pagina 36: Het Wissen Van De Metingen

    4.4. HET WISSEN VAN DE METINGEN  Druk voor het wissen van de geregistreerde metingen lang op de toets MR. Het apparaat geeft dan clr? weer om u te vragen of u het wissen wilt bevestigen. Als u niet wilt wissen, drukt u op een willekeurige toets. Om alle geregistreerde metingen te wissen, drukt u nogmaals lang op de toets MR.
  • Pagina 37: Bluetooth Verbinding (C.a 6133)

    5. BLUETOOTH VERBINDING (C.A 6133) De C.A 6133 bezit een module voor communicatie via Bluetooth.  Om de Bluetooth op de C.A 6133 te activeren, drukt u lang op de toets Het symbool wordt weergegeven en het apparaat probeert verbinding te krijgen met apparatuur met een Bluetooth 2.0. verbin- ding.
  • Pagina 38: Technische Kenmerken

    6.1. ALGEMENE REFERENTIEVOORWAARDEN Invloedsgrootheid Referentiewaarden Temperatuur 23 ± 2 °C Relatieve vochtigheid 45 tot 55%RV C.A 6131: 8 ± 0,2 V Voedingsspanning C.A 6133: 6 ± 0,2 V Frequentie 45 tot 65 Hz Elektrisch veld < 0,1 V/m Magnetisch veld <...
  • Pagina 39: Continuïteitsmetingen

    Sensorfunctie (C.A 6131) Meetingang beperkt tot ± 2,2 Vpiek Max. toelaatbare permanente spanning: 1250 Vrms AC + DC Meetgebied 2,0 - 999,9 mV 1,000 - 1,200 V ± (0,0 - 999,9 mV) ± (1,000 - 2,000 V) Resolutie 0,1 mV...
  • Pagina 40: Metingen Van De Isolatieweerstand

    6.2.5. METINGEN VAN DE ISOLATIEWEERSTAND Bijzondere referentievoorwaarden: Vermogen in parallel: < 1 nF. Max. toelaatbare uitwendige wisselspanning tijdens het meten: nul. Metingen DC-spanning Meetgebied ± (0,0 - 999,9 V) ± (1.000 - 1.200 V) Resolutie 0,1 V Intrinsieke onzekerheid ± (1% L + 2 pt) ±...
  • Pagina 41: Lus- Of Lijnimpedantiemetingen

    6.2.6. METINGEN AARDEWEERSTAND 3P (C.A 6133) Bijzondere referentievoorwaarden: Weerstand van het snoer E: ≤ 0,1 Ω (gecompenseerd). Parasitaire spanningen: nul. en R ≤ 15 kΩ. ) / R < 300. < 100 x R De compensatie van de snoeren gaat tot 5 Ω. Aardeweerstand 3P Meetgebied 0,50 - 99,99 Ω...
  • Pagina 42 6.2.8. DIFFERENTIEELTEST Bijzondere referentievoorwaarden: Spanning van de installatie: 90 tot 450 V. Frequentie van de installatie: 45 tot 65 Hz. Contactspanning (potentiaal van de aardleiding t.o.v. de plaatselijke aarde): < 5 V. Begrenzing van de kalibers toegankelijk aan de hand van de spanning Signaal 30 mA 100 mA...
  • Pagina 43 ± (1,5% L + 1 pt) ± (3% L + 1 pt) ± (7% L + 1 pt) Geen frequentiemeting onder 0,5 A. 6.2.9. METING OP DE SPANNINGSSENSOR (C.A 6131) Meetingang beperkt tot ± 2,2 Vpiek AC + DC Meetgebied...
  • Pagina 44: Variaties In Het Toepassingsgebied

    ± (2%L/10°C + 2 pt) Relatieve vochtigheid 40 tot 95%RV ± (1,5%L + 2 pt) ± (3%L + 2 pt) C.A 6131: 6,0 tot 9,6 V Voedingsspanning ± (0,3%L + 2 pt) ± (0,5%L + 2 pt) C.A 6133: 6,0 tot 7,2 V Frequentie 30 tot 1.000 Hz...
  • Pagina 45: Lus- Of Lijnmeting

    ± (2%L/10°C + 2 pt) Relatieve vochtigheid 40 tot 95%RV ± (1,5%L + 2 pt) ± (3%L + 2 pt) C.A 6131: 6,0 tot 9,6 V Voedingsspanning ± (0,2%L + 2 pt) ± (0,3%L + 2 pt) C.A 6133: 6,0 tot 7,2 V...
  • Pagina 46: Intrinsieke Onzekerheid En Werkingsonzekerheid

    = invloed van de weerstand van de sondes binnen de door de fabrikant aangegeven grenzen. 6.5. STROOMVOORZIENING De C.A 6131 wordt van stroom voorzien door middel van 6 batterijen LR6 of AA. De C.A 6133 wordt van stroom voorzien door middel van 6 oplaadbare Ni-MH accu’s.
  • Pagina 47: Omgevingsvoorwaarden

    Typische autonomie van het apparaat: C.A 6131 C.A 6133 Functie op batterijen op oplaadbare accu's Spanning / Stroom > 100 u > 86 u Fasevolgorde > 100 u > 86 u Continuïteit op 200 mA > 1.900 tests bij 1 Ω...
  • Pagina 48: Mechanische Kenmerken

    Apparaat beschermd door een versterkte isolatie. De C.A 6131 is conform de norm IEC 61557 deel 1, 2, 3, 4, 6, 7 en 10. De C.A 6133 is conform de norm IEC 61557 deel 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 10.
  • Pagina 49: Onderhoud

    7. ONDERHOUD Met uitzondering van de batterijen of de oplaadbare accu’s bevat het apparaat geen onderdelen die door niet op- geleid en onbevoegd personeel vervangen moeten worden. Bij onbevoegde werkzaamheden of vervanging van onderdelen door andere kan de veiligheid van het instrument in gevaar komen. 7.1.
  • Pagina 50: Het Bijstellen Van Het Apparaat

    ■ Druk gelijktijdig op de knop en op de toets MEM (voor de C.A 6133) of (voor de C.A 6131). Het apparaat geeft SOFt UPd weer. C.A 6133 INSTALLATION TESTER V / I Ω MΩ LOOP TEST AUTO Door het upgraden van de ingebouwde software worden alle gegevens en de configuratie van het apparaat gewist. Bewaar uit voorzorg de data in het geheugen van een PC alvorens de ingebouwde software te upgraden.
  • Pagina 51 Wanneer het klaar is, geeft het 2 weer. Bereid de tweede stap voor en druk vervolgens op de toets TEST. Ga door tot de laatste stap. Sommige stappen betreffen uitsluitend de C.A 6133. Als u een C.A 6131 bijstelt, worden deze stappen niet uitgevoerd.
  • Pagina 52 Stap Kalibrator Aansluiting 0 Vdc 500 Vdc L: CX1651_Hi PE: CX1651_Lo 10 Vdc 2 Vdc 0 Vdc 500 Vdc N: CX1651_Hi PE: CX1651_Lo 0 Vdc C.A 6133 10 Vdc C.A 6133 0 Vdc C.A 6133 C: CX1651_Hi PE: CX1651_Lo 2 Vdc C.A 6133 1 Vdc PE: CX1651_Hi...
  • Pagina 53 Stap Kalibrator Aansluiting 100,26 Vdc R=20 MΩ 221,12 Vdc R=10 MΩ 100,01 Vdc PE: CX1651_Hi R=10 MΩ R in serie over PE M: CX1651_Lo 101 Vdc R=50 kΩ 220,01 Vdc R=10 MΩ 100,25Vdc R=200 kΩ 10 mAdc PE: CX1651_+I M: CX1651_-I 100 mAdc L: CX1651_+I 10 mA 49 Hz...
  • Pagina 54: Garantie

    8. GARANTIE Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald is onze garantie 24 maanden geldig vanaf de datum van beschikbaarstelling van het materiaal. Een uittreksel van onze Algemene Verkoopvoorwaarden is te vinden op onze website. www.chauvin-arnoux.com/en/general-terms-of-sale De garantie is niet van toepassing in geval van: ■...
  • Pagina 56 FRANCE INTERNATIONAL Chauvin Arnoux Chauvin Arnoux 12-16 rue Sarah Bernhardt Tél : +33 1 44 85 44 38 92600 Asnières-sur-Seine Fax : +33 1 46 27 95 69 Tél : +33 1 44 85 44 85 Our international contacts Fax : +33 1 46 27 73 89 info@chauvin-arnoux.com...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C.a 6133

Inhoudsopgave