3.5.5. FOUTINDICATIE
■ Als de meting van de spanning tussen de klemmen L en PE geen juiste amplitude of frequentie aangeeft, knippert het symbool
L
L
.
■ Als tijdens de meting de foutspanning, U
■ Als tijdens de meting de spanning tussen de klemmen L en PE, U
L
L
symbool
.
■ Als tijdens het meten met uitschakeling het apparaat warm wordt als gevolg van de hoge stroomwaarde, knippert het symbool
+
en kunt u geen metingen meer uitvoeren zolang de temperatuur niet gedaald is.
Om een scherm met een foutmelding te verlaten, drukt u op de toets TEST.
, hoger is dan de grensspanning, U
F
25
, stopt het meten en knippert het symbool U
L
, onderbroken wordt, stopt het meten en knippert het
LPE
.
F