KINDERZITJES:
bevestiging met de autogordel (2/14)
In de tabel hieronder staat dezelfde informatie als op het overzicht van de vorige bladzijde, overeenkomstig de wettelijke voorschriften.
Type kinderzitje
Kuipzitje/kinderzitje achterste-
voren
Groepen 0, 0+ en 1
Kinderzitje vooruit geplaatst
Groep 1
Zittingverhoger
Groepen 2 en 3
X Plaats verboden voor het installeren van dit type kinderzitje.
U Plaats toegestaan voor de bevestiging met de gordel van een in de handel verkrijgbaar als "Universeel" goedgekeurd zitje: controleer of het
gemonteerd kan worden.
(1) Zet met het kinderzitje vooruit geplaatst de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de auto. Verwijder de hoofdsteun. Zet de
stoel van de auto zo ver mogelijk naar achteren en zo hoog mogelijk, en zet de rugleuning licht schuin (ongeveer 25°).
(2) LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN ERNSTIG LETSEL: controleer voordat u een kinderzitje achterstevoren op de plaats van
de passagier voorin installeert, of de airbag wel is uitgeschakeld (raadpleeg de paragraaf "Kinderveiligheid: uitschakelen,inschakelen
van de passagiersairbag voorin" in hoofdstuk 1).
Bestelwagenuitvoeringen met 2 en 3 zitplaatsen
Gewicht van het kind
< tot 13 kg en 9 tot 18 kg
9 tot 18 kg
15 tot 25 kg en 22 tot 36 kg
Zitplaats(en) voorpassagier (2)
Met enkele
passagiersstoel (1)
Middelste zitplaats
U
U
U
Met bank met 2 zitplaatsen
Zitplaats zijkant
X
U
X
U
X
U
1.55