KOPLAMPEN AFSTELLEN
Wanneer u links rijdt met een auto met
de bestuurdersstoel aan de linkerkant
(of andersom), bent u verplicht om tij-
dens uw verblijf de lichten tijdelijk af te
stellen.
1.112
(2/2)
Tijdelijke afstelling
(uitvoering met halogeenlamp)
Open de motorkap en zoek de markering B
nabij een van de koplampen.
Draai voor elke koplamp de schroef 1 met
een schroevendraaier een kwartslag naar
de - om de koplampen te laten zakken.
Na de rit de oorspronkelijke stand herstel-
len: draai de schroef 1 een kwartslag naar
het plusteken (+) om de lichtbundel omhoog
te richten.
1
B