GEREEDSCHAP
(1/2)
Laat nooit gereedschap in de
auto rondslingeren. Dit is ge-
vaarlijk als u plotseling moet
remmen. Klem na gebruik het
gereedschap weer goed vast in de ge-
reedschapset en berg deze correct op in
zijn houder: risico van verwonding.
Gebruik de krik alleen voor het verwis-
selen van een wiel. De krik mag nooit als
steun bij werkzaamheden onder de auto
worden gebruikt.
Laat geen spullen op de vloer
(bij de bestuurder) liggen. In
geval van plotseling remmen
zouden deze onder de peda-
len terecht kunnen komen, waardoor de
bestuurder deze niet meer goed kan be-
dienen.
5.8
1
2
De aanwezigheid van de gereedschappen
in de gereedschapset is afhankelijk van de
auto. Het gereedschap 2 bevindt zich onder
de bestuurdersstoel. Om het eruit te halen
zet u de stoel naar voren en klapt u de rug-
leuning naar beneden (raadpleeg de para-
graaf "Voorstoelen" in hoofdstuk 1). Draai de
bevestigingsbout 1 van de set los en draai
de set om deze te verwijderen.
Krik 3
Vouw hem correct in voordat u hem in zijn
houder plaatst (let op dat u de hendel goed
terugplaatst).
Antidiefstaldop 4 voor de wielbout.
8
7
Wieldopsleutel 5
Hiermee kunt u de wieldoppen verwijderen.
Haakse sleutel 6.
Wielmoersleutel 7
Hiermee draait u de wielbouten en de reser-
vewielhouder los en zet u deze weer vast.
Sleepoog 8
Raadpleeg de paragraaf "Slepen: pechhulp"
in hoofdstuk 5.
3
4
5
6