HULP- EN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN
Afhankelijk van de auto, kunnen deze be-
staan uit:
– het antiblokkeersysteem van de
wielen (ABS);
– het elektronische stabiliteitspro-
gramma (ESC) met onderstuurcon-
trole en tractiecontrole;
– hulp bij het rijden met aanhangwagen;
– de noodstopbekrachtiging;
– van de wegliggingscontrole;
– hulp bij het wegrijden op een helling.
2.22
Antiblokkeersysteem van de
wielen (ABS)
Bij krachtig remmen, voorkomt het ABS
het blokkeren van de wielen, waardoor de
remweg beheersbaar en de auto bestuur-
baar blijft.
In deze situatie zijn uitwijkmanoeuvres tij-
dens het remmen mogelijk. Bovendien ver-
betert dit systeem de remweg, met name op
een weg met weinig grip (natte weg, enz.).
U voelt het in werking komen van het sys-
teem aan het trillen van het rempedaal. Het
ABS kan echter nooit de natuurkundige ei-
genschappen van de grip tussen de banden
en het wegdek verbeteren. Blijf altijd de ge-
bruikelijke voorzichtigheid in acht houden
(afstand bewaren enz.).
Bij krachtig remmen kunt u het rempe-
daal diep ingedrukt houden. Het is niet
nodig "pompend" te remmen. Het ABS
regelt de kracht in het remsysteem.
(1/5)
Storingen
x
©
–
en
het instrumentenpaneel en de berichten
"CONTROLEER ABS", "CONTROLEER
REMSYSTEEM" en "ControleerESC"
worden getoond: dit geeft aan dat ABS,
ESC en de noodstopbekrachtiging zijn
uitgeschakeld. Het remmen blijft moge-
lijk;
x
D
–
,
branden op het instrumentenpaneel en
de boodschap "Storing remsysteem"
wordt weergegeven: dit wijst op een
storing in de remsystemen.
Raadpleeg in beide gevallen een merkdea-
ler.
Het remsysteem werkt nog ge-
deeltelijk. Maar het is gevaar-
lijk om krachtig te remmen. U
moet direct stoppen zonder het
overige verkeer in gevaar te brengen.
Roep de hulp in van een merkdealer.
worden verlicht op
©
®
,
en