GEREEDSCHAP
(2/2)/
9
A
B
D
5
Wieldop 9
Steek het haakje van de wieldopsleutel 5
(opgeborgen bij het gereedschap) in een
van de openingen langs de omtrek van de
wieldop.
Om hem weer terug te plaatsen, richt u hem
ten opzichte van ventiel 10.
Duw de haakjes er in, te beginnen met
kant A daarna B en C en eindig met de kant
tegenover ventiel D.
WIELDOPPEN
10
C
Wieldop 11
Maak de wieldop los met behulp van de
wieldopsleutel 5 (opgeborgen in de gereed-
schapsset) door het haakje in de opening
aan de rand van de wieldop te steken.
Plaats bij het terugplaatsen de 5 bevestigin-
gen van de wieldop tegenover de 5 wielbou-
ten en druk krachtig op het midden van de
wieldop om hem op het wiel vast te klem-
men.
5
11
5
5.9