VERVOER VAN VOORWERPEN
1
2
Transport van goederen in de
laadruimte
Afhankelijk van de auto zorgen de bevesti-
gingsringen 1 en 2 ervoor dat de vervoerde
voorwerpen niet kantelen. Het aantal ringen
en hun plaats kan verschillen afhankelijk van
de auto.
De ringen 1 dienen uitsluitend als on-
dersteuning tegen het kantelen van de
lading. De lading moet eerst aan de be-
vestigingsringen 2 op de vloer van de
auto vastgemaakt worden.
(1/2)
1
De
zwaarste
voorwerpen
plaatst u zo laag mogelijk op de
laadvloer. Zet de lading indien
mogelijk vast aan de beves-
tigingspunten (indien aanwezig) op de
vloer van de laadruimte. De lading moet
zo geplaatst zijn dat niets naar voren op
de passagiers geslingerd kan worden als
de bestuurder plotseling moet remmen,
of naar achteren bij snel optrekken of
in geval van rijden op een steile helling.
Maak de autogordels van de zitplaatsen
achter vast, ook als deze niet bezet zijn.
3.41