TIPS VOOR HET RIJDEN, ZUINIG RIJDEN
3
4
Trajectbalans
Nadat de motor is afgezet, geeft de
"Trajectbalans"-weergave op het scherm 3
informatie over uw laatste traject.
Het geeft aan:
– het gemiddeld verbruik;
– het aantal afgelegde kilometers;
– het aantal gewonnen kilometers.
2.14
(2/4)
Een algemene melding van 0 tot 100 geeft
u de mogelijkheid om uw prestaties als zui-
nige bestuurder in te schatten. Hoe hoger
het cijfer, hoe lager het brandstofverbruik.
De tips voor zuinig rijden worden u gegeven
om uw prestaties te verbeteren.
Het opslaan van uw voorkeurstrajecten
geeft u de mogelijkheid om uw prestaties te
vergelijken.
Voor meer informatie raadpleegt u het in-
structieboekje van het multimediasysteem.
ECO-modus
De ECO-modus is een functie die het brand-
stofverbruik zo laag mogelijk houdt. Deze
werkt op bepaalde stroomverbruikende sys-
temen in de auto (verwarming, airconditio-
ning, stuurbekrachtiging, enz.) en op be-
paalde rij-activiteiten (versnellen, vertragen,
schakelen, gebruik van snelheidsregelaar,
enz.).
Doordat de versnelling wordt beperkt, wordt
gezorgd voor een rijstijl die geschikt is voor
in de stad of de periferie waarbij weinig
brandstof wordt verbruikt. Als de ECO-
modus wordt gebruikt, is het normaal dat het
5
verwarmingsniveau verandert.
Activeren van de functie
Druk op de schakelaar 4.
Het controlelampje 5
instrumentenpaneel om de inschakeling te
bevestigen.
Tijdens het rijden kan de ECO-modus tijde-
lijk worden uitgezet om de motor weer op
volle kracht te laten werken.
Druk daartoe het gaspedaal diep in.
verschijnt op het