KOPLAMPEN: de lampen vervangen
Let op bij werkzaamheden
dicht bij de motor, deze kan
nog warm zijn. Bovendien
kan de ventilateurmotor on-
verwacht gaan draaien. Het waarschu-
wingslampje
in de motorruimte
herinnert u hieraan.
Verwondingsgevaar
Wijzig niet zelf de bedrading
van de auto want door een ver-
keerde aansluiting kan de elek-
trische installatie worden be-
schadigd (bedrading, organen en in het
bijzonder de dynamo). Laat eventuele
veranderingen door een merkdealer uit-
voeren. Hij beschikt over de noodzake-
lijke onderdelen.
Voordat u in de motorruimte
werkzaamheden kunt uitvoe-
ren, moet u absoluut het con-
tact uitzetten (zie "De motor
starten en stoppen" in hoofdstuk 2).
5.20
(1/3)
A
Halogeen dagrijverlichting
Draai de lamphouder A een kwartslag en
maak hem los.
Lamptype: W21W/5W.
Vervang de lamp en plaats de lamphouder
terug.
De lampen staan onder druk
en kunnen openbarsten bij het
vervangen.
Verwondingsgevaar.
B
Richtingaanwijzers
Draai de lamphouder B een kwart slag en
maak de lamp los.
Lamptype: PY21W (oranje lamp).
Zorg dat u altijd een doos met reserve-
lampen en -zekeringen in de auto hebt,
deze is verkrijgbaar bij uw merkdealer.