AUTOMATISCHE PORTIERVERGRENDELING TIJDENS HET RIJDEN
U heeft de keus of u deze functie wilt ge-
bruiken of niet.
Inschakelen van de functie
Druk met contact aan, op schakelaar 1 ge-
durende 5 secondes, tot u een geluidssig-
naal hoort.
1.28
Uitschakelen van de functie
Druk met met contact aan gedurende 5 se-
conden op schakelaar 1 tot u een geluids-
signaal hoort.
De werking van het systeem
Na het wegrijden van de auto worden de
portieren automatisch vergrendeld als de
auto een snelheid van ongeveer 7 km/u
heeft bereikt.
1
De portieren ontgrendelen automatisch:
– als u op de schakelaar 1 voor het ont-
grendelen van de portieren drukt;
– bij stilstaande auto door het openen van
een voorportier.
NB: na het openen/sluiten van een portier,
vergrendelt dit weer automatisch zodra de
auto ongeveer 7 km/u rijdt.
Bij een storing
Als het systeem niet goed werkt (geen auto-
matische vergrendeling) moet u eerst con-
troleren of alle portieren goed zijn gesloten.
Als ze goed gesloten zijn en het probleem
aanhoudt, raadpleeg dan een merkdealer.
Controleer ook of de vergrendeling niet per
ongeluk uitgeschakeld staat.
Als dit het geval is, activeer hem dan weer na
het contact uit en weer aangezet te hebben.
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder
Bedenk dat het rijden met ver-
grendelde portieren een be-
lemmering kan zijn voor hulpverleners in
geval van nood.