Sym-
Betekenis
bool
Richtingaanwijzers links
Richtingaanwijzers rechts
Storing in ABL
Het symbool brandt, als er een storing is opge-
treden in het ABL-systeem (Active Bending
Lights).
Uitlaatgasreinigingssysteem
Bij een storing in het uitlaatgasreinigingssys-
teem kan het lampje gaan branden. Rijd voor
een controle naar een werkplaats. Volvo advi-
seert dat u daarvoor een erkende Volvo-werk-
plaats bezoekt.
Storing in ABS
Als het symbool brandt, is het systeem defect.
Het normale remsysteem van de auto werkt
dan nog wel, zij het zonder ABS-regeling.
1. Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stil-
stand en zet de motor af.
2. Start de motor opnieuw.
3. Als het symbool blijft branden, rijd dan naar
een werkplaats om het ABS te laten con-
troleren. Volvo adviseert dat u daarvoor
een erkende Volvo-werkplaats bezoekt.
Mistachterlicht
Dit symbool brandt wanneer u het mistachter-
licht hebt ingeschakeld. Er is slechts één mist-
achterlicht - dat zit aan de bestuurderszijde.
Stabiliteitssysteem
Het knipperende symbool geeft aan dat het
stabiliteitssysteem werkt. Als het symbool con-
tinu brandt is er sprake van een storing in het
systeem.
Voorgloeifunctie motor (diesel)*
Het symbool gaat branden wanneer de motor
wordt voorverwarmd. De voorverwarming start
als de temperatuur lager wordt dan 2°C. De
auto kan worden gestart als het symbool
gedoofd is.
Laag peil in brandstoftank
Wanneer het lampje gaat branden is het brand-
stofpeil te laag. Tank dan zo spoedig mogelijk.
Informatie, lees displaymelding
Als er een afwijking is in een van de systemen
in de auto, gaat het informatiesymbool bran-
den en verschijnt er een melding op het dis-
play. U verwijdert de melding met behulp van
de knop READ, zie pagina 129. Dit gebeurt
automatisch als u enige tijd niets doet (hoe lang
hangt van de bewuste functie af). Het informa-
tiesymbool kan ook gaan branden in combina-
tie met andere symbolen.
03 Bestuurdersmilieu
Instrumenten, schakelaars en bediening
N.B.
Wanneer de servicemelding verschijnt, kunt
u het lampje doven en de melding verwijde-
ren met de knop READ. Ook als u niets doet
gebeurt dat enige tijd later automatisch.
Groot licht aan
Het symbool brandt, wanneer u het groot licht
voert of grootlichtsignalen geeft
Richtingaanwijzers links/rechts
Beide richtingaanwijzersymbolen knipperen bij
gebruik van de alarmlichten.
Controle- en waarschuwingssymbolen
Sym-
Betekenis
bool
Lage oliedruk
Parkeerrem aangezet
Airbags (SRS)
Gordelwaarschuwing
Dynamo laadt niet bij
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
03
A
71