06 Onderhoud en service
Wielen en banden
Banden met "spikes"
Winterbanden met "spikes" moeten de eerste
500–1000 km rustig worden ingereden, zodat
de "spikes" hun positie in kunnen nemen. Zo
gaan de banden en vooral de "spikes" langer
mee.
N.B.
De wettelijke bepalingen voor het gebruik
van banden met "spikes" verschillen van
land tot land.
Profieldiepte
Ritten bij ijs, sneeuw(modder) en lage tempe-
raturen vergen meer van de banden dan
zomerse ritten. Daarom adviseert Volvo een
minimale profieldiepte van 4 mm voor winter-
banden.
06
Sneeuwkettingen gebruiken
Het gebruik van sneeuwkettingen is alleen toe-
gestaan op de voorwielen (geldt ook voor
modellen met voorwielaandrijving).
Rijd nooit sneller dan 50 km/h met sneeuwket-
tingen. Rijd evenmin op sneeuwvrije wegen,
omdat zowel de sneeuwkettingen als de ban-
den daardoor overmatig slijten. Maak nooit
gebruik van sneeuwkettingen met zogeheten
*
270
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
snelsluitingen, omdat de ruimte tussen de
schijfremmen en de wielen te gering is.
BELANGRIJK
Gebruik originele sneeuwkettingen van
Volvo of vergelijkbare sneeuwkettingen die
zijn afgestemd op het model en de band- en
velgafmetingen. Bij twijfel adviseert Volvo u
een erkende Volvo-werkplaats om advies te
vragen.
BELANGRIJK
Het is alleen toegestaan enkelzijdige snee-
uwkettingen te gebruiken. Gebruik originele
Volvo-sneeuwkettingen of vergelijkbare
sneeuwkettingen die zijn afgestemd op het
model en op de band- en velgafmetingen.
Bij twijfel wordt geadviseerd om contact op
te nemen met een erkende Volvo-werk-
plaats.
Gereedschap
Al het gereedschap zit in een schuimrubber
blok. Het gereedschap bestaat in een sleep-
oog, een krik* en een wielsleutel*. Het blok
schuimrubber is vastgeschroefd aan een con-
sole onder in de ruimte voor het reservewiel.
Krik*
Gebruik de originele krik alleen voor het ver-
wisselen van banden. Houd de schroef van de
krik altijd goed ingevet.