04 Comfort en rijplezier
Adaptieve cruisecontrol*
De adaptieve cruisecontrol streeft ernaar de
afstand tot het voertuig dat voor u op dezelfde
rijstrook rijdt op een bepaalde tijdswaarde te
houden. Als de radarsensor geen voertuig voor
u registreert, wordt alleen de ingestelde snel-
heid aangehouden. Dit gebeurt ook als de snel-
heid van de voorligger de ingestelde snelheid
van de adaptieve cruisecontrol overschrijdt.
De adaptieve cruisecontrol streeft ernaar de
snelheid zo weinig mogelijk aan te passen. In
situaties waarin krachtig moet worden geremd,
04
dient u dan ook zelf te remmen. Dit is bijvoor-
beeld het geval bij grote snelheidsverschillen of
als het voertuig dat voor u rijdt krachtig remt.
Door beperkingen van de radarsensor is het
mogelijk dat er onverwachts of helemaal niet
wordt geremd, zie pagina 168.
De adaptieve cruisecontrol is alleen te active-
ren bij snelheden hoger dan 30 km/h. Als de
snelheid tot onder 30 km/h daalt of als het
motortoerental te laag wordt, wordt de adap-
tieve cruisecontrol automatisch uitgeschakeld
zodat er niet langer wordt afgeremd. U moet
het remmen in dat geval meteen overnemen
om een passende afstand te kunnen houden
tot de voorligger te kunnen. De hoogste snel-
heid die u kunt instellen is 200 km/h.
*
166
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Waarschuwingslampje, afremmen
noodzakelijk
Het remvermogen van de adaptieve cruisecon-
trol bedraagt ca. 30 % van dat van het normale
remsysteem van de auto.
Als uw auto harder moet afremmen dan de
adaptieve cruisecontrol aankan en u remt zelf
niet bij,dan maakt de cruisecontrol u er middels
het waarschuwingslampje van de Collision
Warning en een geluidssignaal attent op dat u
onmiddellijk moet ingrijpen.
N.B.
Het waarschuwingslampje is soms moeilijk
te ontdekken in de felle zon of bij het gebruik
van een zonnebril.
WAARSCHUWING
De adaptieve cruisecontrol waarschuwt
alleen voor de voertuigen die de radarsen-
sor heeft geregistreerd. Het is dan ook
mogelijk dat een waarschuwing uitblijft of
pas na enige vertraging wordt gegeven.
Wacht een waarschuwing dan ook niet af,
maar rem zelf wanneer u dat nodig acht.
Bediening
Display en bedieningstoetsen.
Instellingen activeren en hervatten, snel-
heid verhogen
Stand-bystand, in-/uitschakelen
Volgtijd instellen
Activeren en snelheid instellen
Ingestelde snelheid (tussen haakjes =
stand-bystand)
Ingestelde volgtijd tijdens regeling
Ingestelde volgtijd ná regeling
Activeren en snelheid instellen
U kunt de cruisecontrol alleen activeren nadat
u deze stand-by hebt gezet met een druk op
de knop
. Het symbool
op het display