Download Print deze pagina

Volvo XC60 2009 Instructieboekje pagina 177

Web edition

Advertenties

04 Comfort en rijplezier
City Safety™
botsing niet geheel op eigen kracht voorkomen
– voor het maximale remvermogen dient u zelf
het rempedaal te bedienen. In dat geval is het
ook bij snelheidsverschillen groter dan
15 km/h mogelijk een botsing te voorkomen.
Wanneer het systeem ingrijpt en remt, ver-
schijnt op het display van het instrumentenpa-
neel de melding dat het systeem actief is/was.
N.B.
04
Wanneer City Safety™ remt, gaan de rem-
lichten branden.
Bediening
N.B.
De functie City Safety™ is na het starten van
de motor via sleutelstand I en II (zie
pagina 75 voor de sleutelstanden) altijd
ingeschakeld.
Aan en Uit
Soms is het handig om City Safety™ uit te kun-
nen schakelen, bijvoorbeeld tijdens terreinrit-
ten waarbij bebladerde takken langs de motor-
kap/voorruit of iets dergelijks kunnen scham-
pen.
176
Display en richtingaanwijzerhendel.
Duimwiel
RESET-knop
Wanneer de motor loopt, is City Safety™ als
volgt uit te schakelen:
1. Blader met behulp het duimwiel naar
Safety
op het display.
2. Houd de RESET-knop 1 seconde lang
ingedrukt om over te gaan op
De volgende keer dat de motor wordt gestart
is de functie echter weer actief, ook al stond
het systeem uit toen de motor werd afgezet.
WAARSCHUWING
De lasersensor geeft ook laserlicht af, wan-
neer u City Safety™ handmatig uitgescha-
keld hebt.
Om City Safety™ opnieuw in te schakelen:
Volg de dezelfde procedure als bij het uit-
schakelen, maar kies nu de optie
de RESET-knop.
of
Zet de motor af en neem de transponder-
sleutel uit in stand 0, duw de transponder-
sleutel vervolgens weer naar binnen in
stand II en start de motor – City Safety™ is
daarmee weer geactiveerd (zie pagina 75
voor de sleutelstanden).
City
Beperkingen
De City Safety™-sensor is erop gebouwd om
auto's en andere voertuigen vóór u te ontdek-
Uit
.
ken, zowel overdag als 's nachts.
De sensor kent echter beperkingen en werkt
bijv. minder goed bij hevige sneeuw- of regen-
val, in dichte mist of in dikke stofwolken of
stuifsneeuw. Condens, vuil, sneeuw en ijs op
de voorruit kunnen voor storingen in de werken
zorgen.
Aan
met

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

V70 2010Xc70 2010S80 2009