04 Comfort en rijplezier
Audiosysteem
van de auto. U hebt de keuze uit drie compen-
satieniveaus: laag, medium en hoog. Kies een
niveau onder
Audio-instellingen
volumeregeling.
Geluidssterkte externe geluidsbron
Een mp3-speler zonder USB-kabel kan op de
AUX-ingang worden aangesloten, zie
pagina 147.
N.B.
04
De geluidskwaliteit kan verslechteren, als
de speler wordt opgeladen terwijl het audio-
systeem in stand AUX staat. Laad de speler
daarom niet tijdens het beluisteren op via de
12V-aansluiting.
1. Zet het audiosysteem in de stand AUX met
de knop MODE, druk op MENU en navi-
geer vervolgens met (4) naar
ingangsvolume
, zie pagina 144.
2. Draai aan de knop SOUND of druk op
van de navigatietoets, zie pagina 144.
Geluidsregeling
Door te drukken op de knop SOUND kunt u de
onderstaande opties doorlopen.
2
Bepaalde systeemuitvoeringen.
*
146
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
U stelt de opties in door aan de draaiknop te
draaien.
Autom.
N.B.
Druk op MENU om de Audio-instellingen te
openen. Voor meer informatie (zie
pagina 126).
•
Bas
– Niveau van de lage tonen.
•
Treble
- Niveau van de hoge tonen.
•
Fader
– Balans tussen luidsprekers voor
en achter.
•
Balans
– Balans tussen luidsprekers links
en rechts.
•
Subwoofer
luidspreker. Door de draaiknop
MIN
te draaien kunt u de subwoofer deac-
tiveren. De onderstaande afbeelding geeft
AUX-
de locatie van de subwoofer aan.
/
* – Niveau voor de lagetonen-
naar de
Positie van de subwoofer.
•
Surround
* – Instellingen voor de zogehe-
ten Ambient Surround Sound.
Surround
Onder
kunt u 3-kanaals stereo of
Dolby Surround Pro Logic II activeren door
ch
of
Dpl2
te selecteren. Vervolgens worden u
de volgende opties voorgeschoteld:
•
Middenniveau
* – Niveau voor de midden-
luidspreker.
•
Surround-niveauSurround-niveau
Niveau voor de zogeheten Ambient Sur-
round Sound.
Equalizer
2
Met de equalizer
kunt u de niveaus voor de
verschillende frequentiebanden ieder apart
instellen.
3-
* –