Advertenties
04 Comfort en rijplezier
Klimaatregeling
1
Achterbank
04
U stelt de verwarming van de achterbank op
dezelfde manier in als die van de voorstoelen.
Luchtverdeling
De gestileerde menselijke
gedaante op de neven-
staande afbeelding bestaat
uit drie knoppen. Bij het
indrukken van een van de
luchtverdelingsknoppen licht
het lampje op dat bij dat deel
van de gestileerde menselijke gedaante hoort,
zie pagina 139.
1
Vervalt als u voor een geïntegreerd kinderzitje met twee standen kiest.
136
Auto
De functie AUTO regelt auto-
matisch de temperatuur, de
airconditioning, de ventilator-
snelheid, de recirculatie en de
luchtverdeling.
Als u een of meer handmatige functies selec-
teert, worden de overige functies nog steeds
automatisch geregeld. Wanneer u op de knop
AUTO drukt, vindt activering van de Air Quality
Sensor plaats waarbij alle handmatige instel-
lingen worden opgeheven. Op het display ver-
schijnt
AUTO KLIMAAT
.
U kunt de ventilatorsnelheid in de automati-
sche stand instellen onder
Klimaatinstellingen
Autom. blower
afstellen. Kies uit
Laag
,
Normaal
•
Laag
- Automatische ventilatorregeling.
Geringe luchtstroom geniet de prioriteit.
•
Normaal
- Automatische ventilatorrege-
ling.
•
Hoog
- Automatische ventilatorregeling.
Grotere luchtstroom geniet de prioriteit.
Voor een beschrijving van het menusysteem,
zie pagina 126.
Temperatuurregeling
instelling hervat.
N.B.
Let erop dat de passagiersruimte niet snel-
ler warm of koud wordt, wanneer u een
hogere of lagere temperatuur kiest dan de
gewenste.
AC – Airconditioning AAN/UIT
of
Hoog
:
ontwaseming wordt de airconditioning auto-
matisch ingeschakeld (uit te schakelen met de
knop AC).
Met deze knop kunt u de tem-
peratuur aan de bestuurders-
en passagierszijde onafhan-
kelijk van elkaar instellen.
Bij het starten van de motor
wordt de laatst verrichte
ON: De airconditioning wordt
automatisch geregeld. De
binnenkomende lucht wordt
dan automatisch afgekoeld
en van vocht ontdaan.
OFF: Bij activering van de
Advertenties
