Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Auto Pause® Gebruiken; Auto Lap; De Rondewaarschuwing Wijzigen; Auto Scroll Gebruiken - Garmin Forerunner 920XT Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

8
Houd zo nodig
ingedrukt om de metronoominstellingen te
wijzigen.
Auto Pause ® gebruiken
U kunt de functie Auto Pause gebruiken om de timer
automatisch te onderbreken als u stopt met bewegen of
wanneer uw tempo of snelheid onder de opgegeven waarde
komt. Dit is handig als er verkeerslichten of andere plaatsen
voorkomen in uw activiteit waar u uw snelheid moet verlagen of
moet stoppen.
OPMERKING: De geschiedenis wordt niet vastgelegd wanneer
de timer is gestopt of gepauzeerd.
1
Selecteer
> Activiteitinstellingen > Auto Pause.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Zodra gestopt om de timer automatisch te
onderbreken wanneer u stopt met bewegen.
• Selecteer Aangepast om de timer automatisch te
pauzeren wanneer uw tempo of snelheid onder een
bepaalde waarde komt.

Auto Lap

OPMERKING: De Auto Lap functie werkt niet tijdens
intervalworkouts of aangepaste workouts en ook niet in de
modus voor zwemmen in een zwembad.
Ronden op afstand markeren
Met de functie Auto Lap kunt u een ronde automatisch markeren
op basis van een bepaalde afstand. Dit is handig als u uw
prestaties tijdens verschillende gedeelten van een
hardloopsessie wilt vergelijken (bijvoorbeeld telkens na 1 mijl of
5 km).
1
Selecteer
> Activiteitinstellingen > Ronden > Afstand
automatisch.
2
Selecteer een afstand.
Telkens wanneer u een ronde voltooit, wordt er een bericht
weergegeven met de rondetijd. Het toestel geeft ook een
pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld
toestelgeluiden
instellen).
U kunt indien nodig de gegevensschermen aanpassen en extra
rondegegevens laten weergeven.

De rondewaarschuwing wijzigen

U kunt enkele gegevensvelden wijzigen die worden
weergegeven in de rondewaarschuwing.
1
Selecteer
> Activiteitinstellingen > Ronden >
Rondewaarschuwing.
2
Selecteer een gegevensveld om het te wijzigen.
3
Selecteer Bekijk (optioneel).

Auto Scroll gebruiken

Met deze functie voor automatisch bladeren doorloopt u
automatisch alle schermen met trainingsgegevens terwijl de
timer loopt.
1
Selecteer
> Activiteitinstellingen > Auto Scroll.
2
Selecteer een weergavesnelheid.

De UltraTrac modus gebruiken

Voordat u de UltraTrac modus gebruikt, moet u een paar keer
buiten hardlopen in de normale GPS-modus om het toestel te
kalibreren.
U kunt de UltraTrac modus gebruiken bij langdurige activiteiten.
UltraTrac modus is een GPS-instelling die GPS zo nu en dan
uitschakelt om de batterij te sparen. Als GPS is uitgeschakeld,
gebruikt het toestel de versnellingsmeter om snelheid en
afstand te berekenen. In UltraTrac modus zijn afstands- en
snelheidsmeting en spoorgegevens minder nauwkeurig. De
nauwkeurigheid van de gegevens verbetert na een aantal
hardloopsessies in de buitenlucht in GPS-modus.
14
Selecteer
TIP: Bij langdurige activiteiten moet u andere mogelijkheden
overwegen om de batterij te sparen
batterijen

Time-outinstellingen voor de spaarstand

De time-outinstellingen bepalen hoe lang uw toestel in de
trainingsmodus blijft wanneer u bijvoorbeeld wacht op de start
van een wedstrijd. Selecteer
out spaarstand.
Normaal: Hiermee stelt u in dat het toestel na 5 minuten van
inactiviteit overschakelt naar de energiebesparende
horlogemodus.
Verlengd: Hiermee stelt u in dat het toestel na 25 minuten van
inactiviteit overschakelt naar de energiebesparende
horlogemodus. De verlengde modus kan de batterijduur
tussen het opladen verkorten.

Instellingen voor activiteiten volgen

Selecteer
Status: Schakelt de functie Activiteiten volgen in.
Toon op klok: Geeft uw stappen weer op het scherm met de
tijd van de dag.
Bewegingsmelding: Geeft een bericht en bewegingsbalk weer
op het scherm met de tijd van de dag. Het toestel laat ook
een pieptoon horen of trilt als geluidssignalen zijn
ingeschakeld

Telefoonmeldingen

Voor telefoonmeldingen is een compatibele smartphone vereist
die is gekoppeld met het Forerunner toestel. Wanneer uw
telefoon berichten ontvangt, worden meldingen naar uw toestel
verzonden.

Bluetooth meldingen inschakelen

1
Selecteer
(De
meldingen.
2
Selecteer Tijdens activiteit.
3
Selecteer Uit, Toon alleen oproepen of Toon alles.
4
Selecteer Niet tijdens activiteit.
5
Selecteer Uit, Toon alleen oproepen of Toon alles.
OPMERKING: U kunt de geluidssignalen voor meldingen
wijzigen.

Meldingen weergeven

1
Selecteer een optie als een melding op uw Forerunner
toestel wordt weergegeven:
• Selecteer
• Selecteer
2
Selecteer zo nodig
meldingen weer te geven.

Meldingen beheren

U kunt uw compatibele mobiele toestel gebruiken om de
meldingen te beheren die op uw Forerunner toestel worden
weergegeven.
Selecteer een optie:
• Als u een iOS ® toestel gebruikt, kunt u de instellingen
voor meldingen op uw mobiele toestel gebruiken om de
items te selecteren die op het toestel worden
weergegeven.
• Als u een Android™ toestel gebruikt, kunt u de instellingen
in de Garmin Connect Mobile app gebruiken om de items
te selecteren die op het toestel worden weergegeven.
> Activiteitinstellingen > GPS > UltraTrac.
(Levensduur van de
maximaliseren).
> Activiteitinstellingen > Time-
> Instellingen > Activiteiten volgen.
(De toestelgeluiden
instellen).
> Instellingen > Bluetooth > Slimme
om de hele melding weer te geven.
om de melding uit te schakelen.
> Slimme meldingen om alle
Uw toestel aanpassen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave