Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hardloopdynamiek - Garmin Forerunner 920XT Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De Garmin logo's op de module en de band dienen niet
ondersteboven te worden weergegeven.
2
Bevochtig de elektroden
aan de achterzijde van de band om een sterke verbinding
tussen uw borst en de zender tot stand te brengen.
3
Wikkel de band om uw borstkas en steek de haak van de
band
in de lus
.
OPMERKING: Het label met wasvoorschriften moet niet
worden omgevouwen.
De Garmin logo's moeten niet ondersteboven worden
weergegeven.
4
Zorg dat het toestel zich binnen 3 m (10 ft) van de
hartslagmeter bevindt.
Nadat u de hartslagmeter omdoet, is deze actief en worden er
gegevens verzonden.
TIP: Zie
(Tips voor onregelmatige
hartslaggegevens onregelmatig zijn of niet worden
weergegeven.

Hardloopdynamiek

U kunt uw compatibele Forerunner toestel gekoppeld met het
HRM-Run™ accessoire gebruiken voor real-time feedback over
uw hardloopvorm. Als bij uw Forerunner toestel het HRM-Run
accessoire is meegeleverd, zijn de toestellen al gekoppeld.
Het HRM-Run accessoire heeft een versnellingsmeter in de
module die bewegingen van het bovenlichaam meet voor het
berekenen van gegevens zoals cadans, verticale oscillatie en
grondcontacttijd.
Kleurenbalken en hardloopdynamiekgegevens
Het hardloopdynamiekscherm toont een kleurenbalk voor de primaire meetwaarde. U kunt cadans, verticale oscillatie of
grondcontacttijd als de primaire meetwaarde instellen. De kleurenbalk zet uw hardloopdynamiekgegevens af tegen de gegevens
van andere hardlopers. De kleurenzones zijn gebaseerd op percentielen.
Garmin heeft veel hardlopers op verschillende niveaus onderzocht. De gegevenswaarden in de rode of oranje zones kenmerken de
onervaren of langzamere hardlopers. De gegevenswaarden in de groene, blauwe of paarse zones kenmerken de meer ervaren of
snellere hardlopers. Onervaren hardlopers hebben over het algemeen een langere grondcontacttijd, hogere verticale oscillatie en
een lagere cadans dan ervaren hardlopers. Grotere hardlopers hebben echter meestal een iets lagere cadans en een iets hogere
verticale oscillatie. Ga naar
interpretaties van hardloopdynamiekgegevens kunt u zoeken naar toonaangevende hardlooppublicaties en -websites
Kleurzone
Percentiel in zone
Paars
>95
Blauw
70–95
Groen
30–69
Oranje
5–29
Rood
<5
ANT+ sensors
en de contactoppervlakken
hartslaggegevens) als de
www.garmin.com
voor meer informatie over hardloopdynamiek. Voor aanvullende inzichten en
Cadansbereik
>185 spm
174–185 spm
163–173 spm
151–162 spm
<151 spm
OPMERKING: Het HRM-Run accessoire is compatibel met
verschillende ANT+ fitnessproducten en kan, indien gekoppeld,
hartslaggegevens weergeven. De functies voor
hardloopdynamiek zijn alleen beschikbaar op bepaalde Garmin
toestellen.
Cadans: Cadans is het aantal stappen per minuut. Het totaal
aantal stappen wordt weergegeven (links en rechts samen).
Verticale oscillatie: Verticale oscillatie is de op-en-
neerbeweging tijdens het hardlopen. Hiermee wordt de
verticale beweging van uw bovenlichaam weergegeven,
gemeten in centimeters voor iedere stap.
Grondcontacttijd: Grondcontacttijd is de hoeveelheid tijd voor
iedere stap tijdens het hardlopen waarbij er contact is met de
grond. De tijd wordt gemeten in milliseconden.
OPMERKING: Grondcontacttijd is niet beschikbaar wanneer
u wandelt.
Trainen met hardloopdynamiek
Voordat u hardloopdynamiek kunt bekijken, moet u het
HRM-Run accessoire omdoen en koppelen met uw toestel
ANT+ sensors
koppelen).
1
Als het HRM-Run accessoire is meegeleverd met uw
Forerunner, zijn de toestellen al gekoppeld en kan de
Forerunner uw hardloopdynamiek weergeven. U kunt de
hartslagmeter omdoen en verdergaan naar stap 4.
2
Selecteer
> Activiteitinstellingen > Gegevensschermen
> Hardloopdynamiek > Status > Schakel in.
3
Selecteer Primaire meetwaarde.
4
Selecteer Cadans, Grondcontacttijd of Verticale oscillatie.
De primaire meetwaarde wordt in het bovenste veld op het
gegevensscherm weergegeven, inclusief een
corresponderende positie op de kleurenbalk.
5
Ga hardlopen.
6
Blader naar het scherm met de hardloopdynamiek om uw
gegevens te bekijken.
7
Houd zo nodig
wijzigen die tijdens het hardlopen wordt weergegeven.
Bereik verticale oscillatie
<6,7 cm
6,7–8,3 cm
8,4–10,0 cm
10,1–11,8 cm
>11,8 cm
ingedrukt om de primaire meetwaarde te
Bereik grondcontacttijd
<208 ms
208–240 ms
241–272 ms
273–305 ms
>305 ms
(Uw
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave