20 Installatie
Sensitiviteit, specificiteit en voorspellende waarden bij meerdere drempelwaarden
(Vervolg)
Bovengrens
interval
19.0
19,9 (standaard)
21.1
Het laagste punt van het referentie-interval is ingesteld op 7,0 en is drie
standaardafwijkingen lager dan het gemiddelde voor patiënten zonder retinopathie (Maa
et al. 2016); meestal wordt het laagste punt van het referentie-interval niet gewijzigd.
Ga naar "Protocol voor DRP-beoordeling" voor informatie over het protocol voor DRP-
beoordeling.
1. Ga omlaag naar Instellingen > Systeem > Change settings (Instellingen
wijzigen) > Reference interval (Referentie-interval).
2. Druk op de joystick.
3. Ga omhoog of omlaag om het nieuwe laagste punt van het referentie-interval (Min)
te selecteren en ga naar rechts.
4. Ga omhoog of omlaag om het nieuwe hoogste punt van het referentie-interval (Max)
te selecteren en druk op de joystick.
Sensitiviteit
Specificiteit
88%
67%
83%
78%
73%
84%
WAARSCHUWING Risico op letsel bij de patiënt. Referentie-intervallen
mogen alleen onder toezicht van een arts worden gewijzigd.
®
Welch Allyn
Voorspellende kracht van test
Positief
Negatief
11%
99,1%
15%
99%
17%
99%
™
RETeval-DR