FRN-G11S-EN
Houdsignaal voor drieleiderbedrijf [HLD]
In het drieleiderbedrijf wordt de motor door een
FWD- of REV-impuls gestart en door wegnemen
van het houdsignaal gestopt. Het vooruit- en ook
het achteruitsignaal zijn zelfhoudend, op voor-
waarde dat [HLD] ingeschakeld is. Dit zelfhou-
den
wordt
opgeheven
uitgeschakeld. Om van deze [HLD] klemfunctie
gebruik te kunnen maken, moet aan de gewen-
ste digitale ingangsklem de waarde 6 worden
toegekend.
Vooruitloop
Genegeerd
FWD
AAN
REV
AAN
HLD
AAN
Spercontact [BX]
Worden BX en P24 verbonden, dan wordt de uit-
gang van de frequentieomvormer meteen uit-
geschakeld en de motor loopt langzaam uit. Er
wordt geen alarm uitgestuurd. Worden BX en
P24 gescheiden terwijl een bedrijfscommando
(FWD of REV) is gegeven, wordt het bedrijf met
de startfrequentie begonnen. Om gebruik te
kunnen maken van de BX-klemfunctie, moet
aan de gewenste digitale ingangsklem de waar-
de 7 worden toegekend.
Vooruit-
Vooruit-
loop
Genegeerd
FWD
AAN
REV
AAN
BX
AAN
5-24
als
[HLD]
wordt
Achteruitloop
AAN
AAN
AAN
Vooruit-
loop
loop
AAN
AAN
Alarm-reset [RST]
Na een uitschakeling van de frequentieomvor-
mer door storing kan de alarmuitgang worden
teruggezet door RST en P24 te verbinden. Door
de klemmen los te koppelen wordt de weergave
van de uitschakeling door storing gewist en kan
de frequentieomvormer weer aanlopen. Om van
deze RST-functie gebruik te kunnen maken,
moet aan de gewenste digitale ingangsklem de
waarde 8 worden toegekend.
Externe foutmelding [THR]
Deze functie dient ter bescherming van de exter-
ne remweerstand en van andere componenten
tegen oververhitting. Als de verbinding van THR
en P24 tijdens het bedrijf wordt onderbroken
(bijv. door een externe temperatuurschakelaar),
dan wordt de uitgang van de frequentieomvor-
mer uitgeschakeld (d.w.z. de motor loopt lang-
zaam uit) en het alarm OH2 wordt uitgevoerd.
Dat alarm kan door een reset worden terug-
gezet. Om van deze functie gebruik te kunnen
maken, moet aan de gewenste digitale ingangs-
klem de waarde 9 worden toegekend. Is deze
klemfunctie niet geselecteerd, dan wordt van
een AAN-ingangssignaal uitgegaan.
JOG-bedrijf [JOG]
Deze functie schakelt om op stap-voor-stap-
bedrijf (jogging), waarmee werkstukken in de
juiste positie kunnen worden gebracht. Als JOG
met P24 wordt verbonden, dan loopt de motor
met de stapfrequentie die in parameter C20 is
vastgelegd, en dat zolang het bedrijfscomman-
do FWD of REV is ingeschakeld. Om gebruik te
kunnen maken van het JOG-bedrijf, moet aan
de gewenste digitale ingangsklem de waarde 10
worden toegekend.
Gewenste frequentiewaarde 2/
Gewenste frequentiewaarde 1 [Hz2/Hz1]
De gewenste frequentiewaarde kan op twee
verschillende wijzen worden ingevoerd. Met
deze functie wordt ofwel de invoer volgens F01
of volgens C30 geselecteerd.
Waarde
Gekozen procedure voor de invoer
van de gewenste waarde
11
uit
F01 FREQ CMD1
aan
C30 FREQ CMD2
5 Beschrijving van de functies