FRN-G11S-EN
8-3 Metingen
aan het
hoofdstoom-
circuit
Ingangszijde
(netaansluiting)
Meet-
Spanning
groot-
heid
Meet-
Ampère-
appa-
meter
A
ratuur
R, S, T
Type van
meet-
Zachtijzer-
instru-
instrument
ment:
Symbool
Tabel 8-3-1
Instrumenten voor metingen aan het hoofdstroomcircuit
Voedingsspanning
8-5
De weergegeven waarden zijn, doordat stroom en spanning van het
hoofdstroomcircuit zowel aan netzijde als aan uitgangszijde (motor-
zijde) van de frequentieomvormer hogere harmonische bevatten,
afhankelijk van het soort van meetinstrument dat wordt gebruikt. Moet
meetapparatuur worden gebruikt voor de frequenties die in vermo-
gensnetten gebruikelijk zijn, dan moeten de instrumenten worden
gebruikt die in Tabel 8-3-1 zijn aangegeven.
De vermogensfactor kan met de momenteel op de markt verkrijgbare
vermogensfactormeters, die het faseverschil tussen spanning en
stroom vaststellen, niet worden gemeten. Moet de vermogensfactor
worden bepaald, dan moeten vermogen, spanning en stroom aan de
ingangszijde of aan de uitgangszijde van de frequentieomvormer
worden gemeten en is de vermogensfactor daarna met de volgende
formule te berekenen:
Vermogensfactor
Stroom
Voltmeter
Wattmeter
V
W
R, S, T
R, S, T
Gelijk-
richter- of
Digitale
zachtijzer-
wattmeter
instrument
Opmerking: Als de uitgangsspanning met een gelijkrichterinstrument
wordt gemeten, kan dat tot onjuiste metingen leiden.
Om de vereiste precisie te kunnen waarborgen, moet
steeds met een digitale wattmeter worden gewerkt.
Vermogen [W]
3 x Spanning [V] x Stroom [A]
Uitgangszijde
(motor)
Spanning
Stroom
Ampère-
Voltmeter
meter
V
U, V, W
A
U, V, W
Zachtijzer-
Gelijkrichter-
instrument
instrument
x 100 [%]
Tussenkring
(P(+) - N(-))
Gelijk-
spannings-
Wattmeter
W
meter
U, V, W
V
Digitale
Draaispoel-
wattmeter
instrument
Motor
8 Onderhoud en inspectie