FRN-G11S-EN
FRN132G11S-4EN tot FRN160G11S-4EN
1. Plaats de stuurbedrading zoals dat op Afbeel-
ding 2-3-14 wordt getoond aan de linker
zijwand.
2. Beveilig de bedrading aan de bevestigings-
punten met behulp van kabelverbinders (bijv.
Insulock). De kabelverbinders mogen niet
breder zijn dan 3,5 mm. Zij mogen niet dikker
zijn dan 1,5 mm.
Klemlijst
Afbeelding 2-3-14
Verloop van
de besturings-
bedrading
Kabelverbinder
Afbeelding 2-3-15
Bevestigingspunten van de bedrading
2 Installatie en aansluiting
FRN200G11S-4EN tot FRN220G11S-4EN
1. Plaats de stuurbedrading zoals dat op Afbeel-
ding 2-3-16 wordt getoond aan de linker
zijwand.
2. Beveilig de bedrading aan de bevestigings-
punten met behulp van kabelverbinders (bijv.
Insulock). De kabelverbinders mogen niet
breder zijn dan 3,8 mm. Zij mogen niet dikker
zijn dan 1,5 mm.
Bedrading van
Klemlijst
de besturing
Linker zijwand
Afbeelding 2-3-16
Bedrading
Bevestigings-
punten voor
kabelvbinders
Afbeelding 2-3-17 Bevestigingspunten van de bedrading
Bedrading van
de besturing
Linker
zijwand
Verloop van
de besturings-
bedrading
Kabelverbinder
Bevestigingspunten voor
kabelverbinders
Bedrading
2-19