FRN-G11S-EN
4 Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel heeft tijdens het bedrijf tal
van taken te vervullen. Hier wordt onder meer de
frequentie ingesteld, de bedrijfs-/stopcomman-
do's gegeven bij de bedrijfswijze via het bedie-
ningspaneel, hier worden de parameters ge-
controleerd en gewijzigd, de bedrijfsstatus en de
status bij het kopiëren weergegeven.
Leer de verschillende functies kennen en ge-
bruiken voordat u het bedrijf start.
Het bedieningspaneel kan ook met lopende fre-
quentieomvormer worden gedemonteerd en ge-
monteerd. Als dit echter gebeurt terwijl er nog
een functie van het bedieningspaneel geacti-
veerd is (bijv. het commando Bedrijf/Stop of de
frequentie-instelling), dan wordt de motor ge-
stopt en wordt er een alarmsignaal gegeven.
4-1 Opbouw van het
bedieningspaneel
4-1
LED-weergave
Indicatie met vier cijfers, ieder cijfer bestaan-
de uit 7 segmenten.
Op dit display worden de verschillende door
het apparaat onder controle gehouden para-
meters aangeduid, daaronder bijvoorbeeld
de gewenste frequentiewaarde, de uitgangs-
frequentie of alarmcodes.
Aanduiding van extra informatie bij de LED-
weergave:
De gekozen maateenheden of de multiplica-
tors van de gecontroleerde parameters wor-
den in de bovenste regel van het LCD-display
weergegeven.
duidt aan welke maateenheid
Het symbool
of welke multiplicator is geselecteerd.
duidt aan dat er nog een beeld-
Het symbool
scherm aanwezig is, dat door drukken op de
op-toets
kan verschijnen.
LCD-display:
Op het LCD-display verschijnt diverse infor-
matie zoals bijvoorbeeld de bedrijfsstatus of
parameters. Het onderste gedeelte van het
LCD-beeldscherm bevat aanwijzingen voor
de gebruikersbegeleiding.
Weergaven op het LCD-beeldscherm:
Er kan telkens een van de volgende bedrijfs-
statussen worden weergegeven:
FWD:
vooruit
REV:
achteruit
STOP:
stop
De gekozen bedrijfswijze wordt aangeduid:
REM:
bedrijf via externe aansluit-
klemmen (Remote)
LOC:
bedrijf via het bedieningspaneel
(Local)
COMM: bedrijf via de
communicatie-interface
JOG:
JOG-bedrijf
Het symbool
duidt aan dat er nog een
beeldscherm aanwezig is, dat door drukken op de
neer-toets
kan verschijnen.
RUN-LED:
Als deze LED brandt wil dat zeggen dat de
omvormeruitgang actief is.
Stuurtoetsen
(Deze toetsen kunnen alleen maar worden
gebruikt als de bedrijfswijze via bedienings-
paneel is ingesteld.):
Met de stuurtoetsen kan de motor worden ge-
start en gestopt.
Vooruit-toets
Achteruit-toets
Stop-toets
4 Bedieningspaneel