Inhoudsopgave
Advertenties
7.6.5 Vertraging T1 (onderzoekstijd)
In dit menu kunt u de tijdvertraging T1 instellen.
T1 is de tijd die nodig is om de betrouwbaarheid van het alarm inschatten, voordat de slowwhoops starten (een persoon gaat
naar de plaats en schat zelf in of er brand is). Het algoritme voor het werken met T1 en T2 vertragingen is in Bijlage D gegeven–
Twee stappen van alarmering.
Om het menu te betreden, kiest u opeenvolgend - 6. ALGEMENE INSTELLINGEN - 6.5) VERTRAGING T1.
Het display ziet er zo uit:
Gebruik de pijlen naar boven/naar beneden om de gewenste waarde voor T1 in te stellen. De vertraging kan in een interval van
0 tot 60 seconden worden ingesteld.
Bevestig de instelling met ENTER.
7.6.6 Modus sirenes
In dit submenu kunt u de werkmodus van de sirenes instellen en het toontype voor de evacuatie of een andere
alarmgebeurtenis kiezen. Ga in met - 6. ALGEMENE INSTELLINGEN - 6.6) AKOESTISCHE ALARMGEVERS MODUS. Het
display ziet er zo uit:
Gebruik defunctionele numerieke knoppen om het volgende te kiezen:
1. ALARMTOON* – kies het toontype voor het optreden van een alarmgebeurtenis. Gebruik de pijlen naar boven/naar
beneden om het toontype te kiezen – van 1 tot 32 – de referentie van de weergegeven toon wordt op de laatste lijn van het
veld getoond.
2. EVACUEREN TOON* – kies het toontype voor een evacuatiegeval. Gebruik de pijlen naar boven/naar beneden om het
toontype te kiezen – van 1 tot 32 – de referentie van de weergegeven toon wordt op de laatste lijn van het veld getoond.
* Opmerking: Het hoofdtype toon voor sirenes is 27 met geluidfrequentie 2500Hz.
3. EVACUEREN SETTINGS (INSTELLINGEN) – De instelling in het submenu is alleen actief wanneer er in de modus
PER ZONE wordt gewerkt. U gaat dan naar een bewerksubmenu voor de sireneninstellingen.
Met de knop (3) EVACUEREN SETTINGS gaat u naar een bewerkmenu voor de vertraging – EVACUEREN TIMEOUT. Dat is
de tijdvertraging na het opstarten die toegepast wordt tot de reële evacuatie van de plaats begint, dat wil zeggen een soort
vooralarmmodus. De vetragingstijd bedraagt van 0 tot 10 minuten. Het instellen wordt met de pijlknoppen gedaan *. In een
alarmsituatie en bij ingestelde vertraging worden eerst de sirenes actief die zich in de BRAND zone bevinden.
Gebruik de knoppen (2) EVAC. CYCLE om de tijd voor het actief zijn van de sirenes in een evacuatieregime in te stellen.
Deze functie vordert het instellen van twee speciale tijden die het activeren van de sirenes bepalen:
- AAN - De ingestelde tijd ligt tussen 1 en 600 seconden*. Gedurende de ontruiming luiden de sirenes volgen de instellingen
in submenu (4) MODUS (hier boven beschreven) – bijvoorbeeld, als de optie SLOW/FLITS is ingesteld, worden de
sirenes actief gelijktijdig met de akoestische en de fl its signalering (als het model dit toelaat).
49
Advertenties
Inhoudsopgave
