De functionele knoppen vervullen de volgende taken:
2. wijzigt de status van de sirenenuitgangen. Als u op deze knop drukt, wordt er de status alternatief gewijzigd INGESCH./UITGESCH.
Wanneer u de sirenenuitgangen uitschakelt, lichten de LEDs 'Sounder Output Fault/ Disable' en 'Disable' voortdurend op.
4. schakelt de ingestelde tijdvertraging voor het activeren van de uitgangen aan/uit. Als u op de knop drukt, wordt de status van het
veld VERTRAGING als volgt:
•
AAN – de vertraging voor het activeren van de sirenenuitgangen wordt actief in DAGMODUS – zie de beschrijving van menu 6.3
DAG/NACHT.
•
UIT– er is geen vertraging voor het activeren van sirenenuitgangen – in het geval van een alarmsignaal worden de sirenes
onmiddellijk geactiveerd.
•
SCHEMA – de vertraging voor het activeren van de uitgangen wordt volgens de werkrooster actief – zie de beschrijving van
menu 6.3 DAG/NACHT.
7.5.2 Uitgang brandblus
In dit menu stelt u de uitgang brandalarm van het moederbord in. Om het menu te betreden kies opeenvolgend – menu
5. PANEEL UITGANGEN – knop (2) BLUSSEN.
De functionele knop vervult de volgende taken:
2. wijzigt de status van de brandblus uitgangen. Als u op deze knop drukt, wordt er de status alternatief gewijzigd INGESCH./
UITGESCH. Wanneer u de brandblus uitgangen uitschakelt, licht de LED 'Disable' (Buiten dienst) voortdurend op.
7.5.3 Uitgang brandalarm
In dit submenu stelt u de brandalarm uitgang van het moederbord in. Om het menu te betreden kies opeenvolgend – menu 5. PANEEL
UITGANGEN – knop (3) BRAND.
Attentie: Op toegangsniveau 2 kunt u de status van de geprogrammeerde vertraging alleen bekijken (AAN, UIT), u kunt deze niet
wijzigen!
De functionele knoppen vervullen de volgende taken:
2. wijzigt de status van de brandalarm uitgang. Als u op deze knop drukt, wordt er de status alternatief gewijzigd INGESCH./
UITGESCH. Wanneer u de status van de brandalarm uitgang uitschakelt, lichten de LEDs 'FireOutput Fault/ Disable' en
'Disable' voortdurend op.
4. schakelt de ingestelde tijdvertraging voor het activeren van de uitgangen aan/uit. Als u op de knop drukt, wordt de status van
het veld VERTRAGING als volgt:
•
AAN – de vertraging voor het activeren van de brandalarm uitgang wordt actief in DAGMODUS – zie de beschrijving van
menu 6.3 DAG/ NACHT.
•
UIT – er is geen vertraging voor het activeren van de brandalarm uitgang – in het geval van een alarmsignaal worden de
sirenes onmiddellijk geactiveerd.
•
SCHEMA – de vertraging voor het activeren van de brandalarm uitgang wordt volgens de werkrooster actief – zie de
beschrijving van menu 6.3 DAG/ NACHT.
7.5.4 Uitgang storing
In dit submenu stelt u de storing uitgang van het moederbord in. Om het menu te betreden kies opeenvolgend – menu
5. PANEEL UITGANGEN – knop (4) VERDER>> - knop (1) FOUT.
45