Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Met De Zones Werken; Submenu's Met Algemene Instelling; Zones Testen - Comelit LogiFire 41CPE112 Installatie- En Gebruikershandleiding

Adresseerbare brandmeldcentrale
Inhoudsopgave

Advertenties

7.2. Met de zones werken

In dit menu kunt u de werkstatus bekijken en wijzigen, een test doorvoeren of zones uitschakelen. De 41CPE112 centrale
onderhoudt 48 individuele zones. Het nummer van de actueel bewerkte zone knippert. Het menu is toegankelijk van niveaus 2
en 3.
Nadat u het menu betreedt ziet er het display als volgt uit:
In het hoofdvenster van het menu ziet u informatie over de status van elke zone evenals haar naam (als er een naam is
ingegeven).

7.2.1 Submenu's met algemene instelling

In het hoofdvenster van het menu ZONES kunt u door de functionele knoppen aanvullende submenu's kiezen: (1) GA NAAR en
(2) BEKIJKEN.
Het submenu (1) GA NAAR geeft u de mogelijkheidde nummer van het zone in te geven, met welke u wilt werken. Nadat u
de knop 1 drukt, ziet er het display zo uit:
Het submenu (2) BEKIJKEN geeft u de mogelijkheid om het totale aantal apparaten te bekijken die aan een zone zijn
ingesloten. Kies het nummer van de zone met de pijlennaar boven / naar beneden en druk de knop 2. Het display toont een
lijst met gedetailleerde informatie over het type van het apparaat, zijn adres, de zone, aan welke het aangesloten is en over
zijn actuele status.
Voorbeeld:

7.2.2 ZONES testen

In het hoofdvenster van het menu ZONES kies het nummer van de zone door middel van de pijlen naar boven / naar beneden
en druk de numerieke knop (3) TEST.
28
De mogelijke werkmodi zijn:
NORMAAL – De zone bevindt zich in een normale status.
UITGESCH. – De zone is uitgeschakeld. Zie par. 7.2.3.
TEST – De zone bevindt zich in test mode. Ziepar. 7.2.2.
BRAND – Een apparaat in de zoneheeft het brandsignaal gegeven.
VOORALARM – De zone bevindt zich in een vooralarm stand. Zie
de beschrijving van "2 APPARATEN" en "DUBBEL" – par. 7.2.6.
FOUT – Er is een onderbreuk,een of enkele ontbrekende apparaten of
een ander type van storing in het systeem.
Gebruik de pijlen naar boven / naar beneden om het nummer van de
zone in te geven en druk ENTER. Het systeem keert terug naar het
hoofdvenster van het menu ZONES. Het nummer van de gekozen zone
knippert.
Gebruik de knoppen met de pijlen om alle apparaten te bekijken die aan
een zone zijn aangesloten. Elk apparaat kan worden bekeken wanneer
u zijn nummer kiest en ENTER drukt.
Met de knop CANCEL gaat u naar het hoofdvenster van het menu
ZONES terug.
Het systeem vraagt u of u de test alleen voor de gekozen zone (knop (2)
DEZE) of voor alle zones (knop (3) ALLES) wilt aanwenden.
De status van de zone verschijnt alsTEST – testregime van de
apparaten in de zone. De LED 'Test' licht voordurend op.
In de testmodus kunt u apparaten in de zone activeren en de correcte
alarmsignalering controleren. Het paneel antwoordt op elke ontvangen
alarm met een akoestisch signaal en het nummer van de geteste zone
knippert. Opmerking: Wanneer u de zones 17 tot 48 test, knippert
alleen de 'Test' LED.
Nadat de test is afgesloten, wordt de procedure met de knop (3) STOP
TEST beëindigd. De zone keert naar de normale werkstatus terug.
Nadat alle test in de zones zijn afgesloten, Herstel het paneel zoals in
hoofdstuk 6.9 beschreven, om de status van de apparaten te wissen en
Herstel de centrale naar de normale werkmodus.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave