1.3.3 Elektrische specificaties ........................7 2. INSTALLATIE ................................9 2.1 Montage van het paneel 41CPE014 ......................9 2.2 Montage van het paneel 41CPE024NL ......................11 2.3 Systeemcomponenten........................... 12 2.3.1 Frontpaneel ............................12 2.3.2 Inrichting van de modules in de behuizing ..................12 2.3.3 Module uitgangen en module 4 relais ....................
Pagina 3
3.6.2 Mode ..............................52 3.6.3 Actieve status (polariteit) ........................52 3.6.4 Menu Vertraging uitgang instellen ....................52 3.6.5 Impulstype ............................52 3.6.6 Menu Uitgangtype kiezen......................... 52 3.6.7 Submenu Parameters voor uitgangtype kiezen ................52 3.6.8 Menu Ingangen kiezen om uitgang te besturen ................53 3.7 Paneel ................................
0832 1139h-(CL-1) DoP No: 026 0832-CPR-F2374 Comelit Group S.p.A. Via Don Arrigoni 5 – 24020 Rovetta S. Lorenzo BG Italy EN 54-2:1997/A1:2006/AC:1999; EN 54-4:1997/A2:2006/AC:1999 ATENA 41CPE024NL Intended for use in fire detection and fire alarm systems in and around buildings.
Ondanks de inzet om alle informatie in deze handleiding zo nauwkeurig en compleet te ver- schaffen, behoudt de Comelit Electronics AD geen aansprakelijkheid in verband met mogelijke fouten en verzuimen. De fabrikant behoudt zich het recht om zonder opzegtermijn de specifica- ties van het apparaat te wijzigen welke in deze handleiding zijn beschreven.
41CPE014 is ontworpen voor een ingebouwde montage in gipswanden/gipsplaten met een dikte tot 25mm (z. p. 2.1). - het 41CPE024NL paneel is in een metalen behuizing uit twee delen aangebracht: een bodem en een deksel. 41CPE024NL is voorzien voor montage aan de wand (z. p. 2.2).
EN54-2. • Aantal zones – max. 96 • Aantal groepen* – max. 48 • Communicatieprotocol van de lusexpander 41ECL020 – Comelit • Gecontroleerde potentiële uitgangen – 3:: - SND (voor het aansluiten aan een alarmsysteem) – 24VDC / 0.3A - Fire R (Fire)–...
Pagina 8
Verbruik Van de hoofdvoeding in mode “Ready”: • Bij een configuratie met 1 lus: ....65 mAAC • Bij een configuratie met 2 lussen: ..75 mAAC • Bij een configuratie met 3 lussen: ..85 mAAC • Bij een configuratie met 4 lussen: ..95 mAAC Van de reservevoeding in mode “Storing”...
Installatie en configuratie van het paneel mogen uitsluitend uitgevoerd worden door een vakerkende installateur. De elektronische componenten in het paneel zijn gevoelig voor elektrostatische lading. Let op: Bij het wijzigen van de hardware configuratie, schakel de hoofd- of de reserve- voeding uit! 2.
Pagina 10
• De montageplaten (zie figuur 5) gebruiken voor een inbouw installatie in wanden of gipsplaten met dikte tot 25 mm. • De platen op de binnenkant van de wand bevestigen en met de schroeven М4х30 DIN965 (bijkomende elementen) fixeren als op figuur 5 pos. 1 getoond. •...
(bijkomende elementen) op de bodem te worden bevestigd. Figuur 8. Elementen van de behuizing 41CPE024NL: 1 – Hoofd-montageopeningen 2 – Openingen voor de kabels 3 –...
2.3 Systeemcomponenten 2.3.1 Frontpaneel BBeschrijving van de led indicatie voor gebeurtenissen: ALARM-BRAND – Algemene brandindicator ALARM-VOORMELDING – Indicatie dat een zone of meer zones zich in een voor alarmstatus bevinden STORING-ALGEMEEN – Algemene foutindicator STORING-SYSTEEM – Algemene indicator voor een systeemfout SIGNAALGEVERS UIT –...
Pagina 13
Veiligheidszekerheid 2А, type „Т“, Aardingsuitgang langzaam smeltbaar. Haak voor accubevestiging Accu 12V / 18 Ah Aansluitingsklem voedingskabel met voedingsblok. Opening voor de voedingskabel Figuur 10А. Inrichting van de hoofdmodules in de repeaters ATENA Repeater P en ATENA Repeater. Analoog adresseerbare Brandmeldcentrale ATENA - Gebruikershandleiding Installatie en programmering...
2.3.3 Module uitgangen en module 4 relais De module Uitgangen (figuur11а) is het hoofdelement van de brandmeldcentrale, zie de beschrijving van de klemrij verder. Module 4 relais is bij verstek op de I/U module met 4 programmeerbare relaisuitgangen geïnstalleerd. LET OP: De module Uitgangen kan niet zelfstandig functioneren. ...
2.3.4 Aansluiten van apparaten aan de module uitgangen Bij activatie, leveren de bewaakte uitgangen SND, FIRER, FIREP en FAULTR = 24VD- C@0.3A De eindweerstand 10k dient parallel, op het laatste component in de lus te worden aan- gesloten zodat het paneel een kabelbreuk of kortsluiting kan detecteren in de lus – fi- guur 12! Fig.
2.3.5 Luscontroller Het ATENA paneel ondersteunt de exploitatie met lusuitbreiding 41ECL020 (communicatieprotocol Comelit Group). De luscontroller (figuur 14) verbindt de module Uitgangen met de elementen die aan de communicatielijn zijn aan- gesloten. De controller heeft twee hoofdfuncties: 1. gegevens verzamelen van de apparaten/elementen die aan de communicatielijn zijn aangesloten en aan de controlemodule doorgeven;...
2.3.6 Maximaal toegelaten lengte lus De lengte varieert afhankelijk van de doorsnede en de weerstand van de kabel die gebruikt wordt voor het verbinden van de sensors met de lusuitbreiding. Hoewel er geen vereisten zijn volgens EN54-2 aan de kabels, adviseert de fabrikant de volgende kabeltypes in de installaties te gebruiken: No Merk Parameters...
Pagina 18
De verbinding van de sensors en de druktoets (zoals figuur 15) beveiligt de keten van gesaboteerde verkorting van de communicatielijn. Bijvoorbeeld, de verkorting van de keten in Groep 2 heeft geen invloed op het werk van Groepen 1 en 3. De isolatiemodules in het begin en in het einde van Groep 2 zonderen de groep af en Groepen 1 en 3 functioneren verder, waarbij Groep 1 door Kanaal A en Groep 3 door Kanaal B worden gevoed.
2.3.7 Voedingsblok LED indicatie van de LED-indication for the status voedingsblok of Main Power Source. Aansluitklem voor het aansluiten van de externe Veiligheidszekering Terminal block for voeding 2А, type langzaam external power supply. Fuse smeltbaar А F-Type Attentie! Main Controleer de aansluiting van Voedingsblok Power de aardingsdraad voordat de...
2.3.8 Aansluiten van de accu Rood Zwart Temperatuursensor Accu 12V / 18Ah Fig. 18. Aansluiten van de accu aan het voedingsblok. • de rode draad met de positieve pool en de zwarte draad met de negatieve pool van de accu verbinden. Beide dra- den worden met de accu door een kabelschoen Ø5mm verbonden.
2.4 Schema van de hoofd-PCB De hoofd-PCB is op de interne kant van het frontdeksel geplaatst. Op de hoofd-PCB is de uPC Module geïnstalleerd die de centrale functies controleert ATTENTIE: Alleen door de fabrikant gevolmachtigd en opgeleid personeel/installateur mag de fabrieksinstellingen wijzigen en de standaardparameters herstellen! Fig.
2.6 Redundant netwerk (wordt door de software versie 4.2 van de hoofd-PCB en door de hardware versie 2.4 van de printplaat indicatie ondersteund) De adresseerbare centrale ATENA is voorzien om aan een netwerk van panelen met hetzelfde type en/of aan ATENA EASY panelen te worden aangesloten (tot 32 panelen in een netwerk).
2.7 ATENA aansluiten aan het netwerk De verbinding tussen de individuele ATENA panelen wordt door Ethernet netwerk met TCP/IP-protocol gemaakt - Figuur De toestand wordt door een supervisor PC gecontroleerd op welke de staat van de panelen kan worden nagespoord. Om een LAN netwerk te gebruiken, moet de installateur de instelling voor netwerktype “LAN”...
3. PROGRAMMEREN 3.0 Grondbeginsels in het werk met de sensordisplay Door de sensor display van de centrale ATENA kan er gemakkelijk tussen de programmering menu’s gewisseld worden en parameters in het systeem worden ingevoerd. . De toegang tot de menu’s wordt door licht drukken op de respectieve toets gekregen.
3.1 Toegangscodes Om de menu’s Programmeren en Onderhoud te kunnen bedienen, zijn er toegangscodes nodig. Knop om het menu voor toegangscodes te betreden Figuur display 1. (Toets om het menu voor toegangscodes te betreden) Er zijn 4 toegangscodes in het systeem ingesteld en drie verschillende toegangsniveaus voor de installateur/gebruiker, voor welke verschillende functies zijn ingesteld.
Pagina 26
Op de verschillende toegangsniveaus zijn beperkingen ingevoerd op de handelingen, die met het paneel kunnen wor- den uitgevoerd, als volgt Toegangsniveau MENU Beschrijving Stop zoemer De zoemer uitschakelen √ √ √ Stop alarm Alarmen uitschakelen √ √ Alle actieve uitgangvertragingen uitschakelen behalve de Vertraging overbrugd √...
3.2 Menu Systeem - Programmeren Het programmeren van de brandmeldcentrale ATENA is toegankelijk vanaf niveau 3 - Figuur display 2. Kies de toets Systeem. Op de volgende display kan de installateur het type van de handeling kiezen: 1. Om parameters in het systeem te programmeren – menu Programmeren. 2.
3.3 Apparaten Ten behoeve van het programmeren en de zelfdiagnostiek van de brandmeldcentrale, verdeelt het paneel ATENA de elementen in randapparatuur en lusapparaten onder. Onder luselementen worden alle adresseerbare apparaten verstaan die aan de lusuitbreidingen van de centrale zijn aangesloten. Onder randapparatuur worden alle “functionele modules” verstaan die in de configuratie van het paneel ingesloten zijn en, behalve van de hoofdmodule, zelfstandige programmering en diagnostiek onderworpen zijn.
• STORING – het element reageert niet of ontbreekt. De hoofdmodule communiceert periodiek met de randmodules om informatie over de resultaten van hun zelfdiagnostiek te ontvangen. Als de communicatie van de hoofdmodule met het randapparaat niet succesvol is, wordt aanvaard dat het apparaat in de toestand “Storing” is. Dit gebeurt niet alleen bij een storing maar ook wanneer een module gedemonteerd wordt zonder van de systeemconfiguratie te worden af- geschreven.
Als op het adres van een opgeslagen apparaat een apparaat van een ander type verschijnt, genereert het paneel de melding “Lus element type fout”. Om een nieuw lusapparaat Atena tot de Comelit Lus op te slaan, dient het apparaat van het foute type eerst verwijderd te worden en daarna het nieuwe te worden toegevoegd. .
Pagina 31
Figuur Display 8. De installateur kan bij het schrijven van namen tussen Romeins en Cyrillisch alfabet kiezen. De toetsen van het virtuele toetsenbord hebben de volgende functies: Toets Functie Naar tekstinvoer met Cyrillisch alfabet omschakelen. Naar tekstinvoer met gespecialiseerde letters omschakelen. Naar tekstinvoer met Romeins alfabet omschakelen.
Pagina 32
installateur kan heel snel de type corrigeren door de toets “Vervangen” (aan de linker bovenkant van de display), waar- bij de naam en het nummer van de zone, aan welke het aangesloten is, voor het nieuwe apparaat behouden worden. • Toets voor inschakelen / uitschakelen van een element - Attentie: In het geval van een uitschakeling wordt de melding “Luselement uitgeschakeld”...
Pagina 33
41RFU000 – Optische rookdetector met isolator Figuur Display 10 (а) – Detector 41RFU000. Figuur display 10 (а) toont de display van het paneel wanneer het 41RFU000 herkent – een adresseerbare optische rookdetector. Als op de toets “Anders” gedrukt wordt, opent zich een venster voor aanvullende instellingen van de detector: •...
Pagina 34
• Dag klasse temperatuur * - De temperatuurklasse van de detector instellen voor het werk gedurende de dag. • Nacht klasse temperatuur * - De temperatuurklasse van de detector instellen voor het werk gedurende de nacht. * Er zijn 3 temperatuurklassen vervoegbaar: A1R (58º,RoR), A2S (60º), BS (75º). Om de temperatuurklasse te wisselen, druk op de actieve toets tegenover het veld en kies de nieuwe klasse van de aangeboden lijst. Druk op “Opslaan”...
Pagina 35
41PAM000 – Handbrandmelder 41PAE020 – Handbrandmelder (IP67) Figuur display 10 (d) - Detector 41PAM000, 41PAE020. Het figuur display 10 (d) toon de display wanneer het paneel 41PAM000 herkent – een adresseerbare handbrandmelder. Als de toets “Anders” gedrukt wordt, opent zich een venster voor aanvullende instellingen van de detector: •...
Pagina 36
- HOOG – bij het aansluiten van tot 30 signaalgevers van het type 41SAI000, 41SCI000 aan de lus. - LAAG – bij het aansluiten van tot 60 signaalgevers van het type 41SAI000, 41SCI000 aan de lus. Druk op “Opslaan” in het hoofdbeeldscherm om de instellingen op te slaan. 41SCI000 –...
Pagina 37
Attentie: Met TURN OFF/ON op het hoofdbeeldscherm wordt het geluid van de signaalgever in-/uitgeschakeld wanneer u een dubbel adres controleert of de plaats voor de montage bepaalt. Als op de toets “Anders” gedrukt wordt, opent zich een venster voor aanvullende instellingen van de signaalgever: •...
Pagina 38
41IOM010 – Minimodule met een ingang Figuur display 10 (i) – Mini-module met 1 ingang 41IOM010P Het figuur display 10 (i) toont de display van het paneel wanneer het 41IOM010 – mini-module met 1 ingang. Deze module volgt de toestand van de ingang op (in- of uitgeschakeld) en draagt de informatie over aan het paneel. Aan de ingang van de minimodule kunnen elementen met verschillende functie worden aangesloten.
Pagina 39
41IOM004 – Module met 4 uitgangen Figuur display 10(l) – Module met 4 uitgangen 41IOM004 Figuur display 10(l) toont de display van het paneel wanneer het 41IOM004 herkent – een adresseerbare module met 4 uitgangen. Door de toets “ANDERS” wordt het venster voor aanvullende module-instellingen betreden. Om de individuele kanalen van de module te configureren, dient de toets met de respectieve naam te worden ingedrukt.
Pagina 40
- OPEN – De keten aan deze ingang is geopend; er is geen afsluitweerstand bij de ingang als deze niet wordt gebruikt. - SHORT – Kortsluiting in de keten. Om de individuele kanalen van de module te configureren, druk op de toets met de respectieve naam. De display toont een lijst waar een activerende gebeurtenis voor elk kanaal gekozen kan worden: Om het type van de gebeurtenis in te stellen, druk op de toets naast het respectieve kanaalnummer en kies van de aangeboden lijst.
Pagina 41
41IOM040 – Module met 4 ingangen Figuur display 10(n) – Module met 4 ingangen 41IOM040. Het figuur display 10(n) toont de display van het paneel wanneer het 41IOM040 herkent – een adresseerbare module met 4 ingangen (de ingangen worden door het paneel als Kanaal 1, Kanaal 2, Kanaal 3 en Kanaal 4 herkend). Door de toets “ANDERS”...
Pagina 42
41ISC000 – Module conventionele zone Figuur display 10 (о) – Module conventionele zone 41ISC000. Het figuur display 10(o) toont de display van het paneel wanneer het 41ISC000 herkent – de module conventionele zone. Door de toets “ANDERS” wordt het venster voor aanvullende module-instellingen betreden, waar het led flitslicht bij de communicatie met het paneel kan worden geprogrammeerd.
- NORMALE POLARITEIT instellen, het relais van de module 41IOM000 wordt geactiveerd bij het geven van het signaal en als het signaal afvalt, wordt het gedeactiveerd. - GEINVERTEERDE POLARITEIT instellen , het relais van de module 41IOM000 wordt actiefwanneer er geen signaal is, en wordt gedeactiveerd bij het geven van het signaal.
Om het adres van een nieuw apparaat in te voeren, kies opeenvolgend: SYSTEEM - PROGRAMMEREN - APPARA- TEN - ADRESSERING – ADRES INSTELLEN. Het element moet voor het aansluiten aan de COMELIT lus bereid zijn. Analoog adresseerbare Brandmeldcentrale ATENA - Gebruikershandleiding Installatie en programmering...
Figuur display 12. Nadat het submenu betreden is, toont het systeem het eerste adres in het systeem. Druk op de toets “TURN ON” om te zien waar het apparaat zich fysiek bevindt, de toets “LED” van het element gaan constant flitsen. Druk nog een keer op de toets, de leds van het element worden uitgeschakeld.
Het systeem toont automatisch het eerste adres. Met de toetsen in het veld “Adres” kunt u het adresnummer kiezen dat u wijzigen wilt. Met de toetsen in het veld “Nieuw adres” wordt u een nieuw vrij adres in het systeem gevonden – de toets “OPSLAAN”...
type autoadressering, afhankelijk van de types van de apparaten zijn aangesloten - Druk op de toets “Start autoadressering ID”, wanneer de autoadressering volgens het ID nummer uitgevoerd moet worden. - Druk op de toets “Start autoadressering Isolator”, wanneer de autoadressering volgens de isolator uitgevoerd moet worden.
3.4.3 Groep van de zone De zones in de adresseerbare ATENA kunnen zo ingericht worden dat zij in groepen werken. Het maximale aantal van groepen die gezet worden kunnen, is 48. Standaard zijn de zones aan geen groep toegewezen – de waarde in het veld is “0”.
3.5 Ingangen Kies hier opeenvolgend Systeem - Programmeren – Ingangen van het hoofdmenu. Het algemene aanzicht van het menu voor zoneconfiguratie is getoond op het figuur display 15. Figuur display 15 – Invoermenu voor ingangparameters 1. Invoerveld voor een opmerking aan de ingang; 2. Toetsen voor het kiezen van een ingangnummer; 3.
Pagina 50
• Lus - kies deze optie als het apparaat een luselement is. Nadat “ANDERS” gekozen is, worden de volgende parame- ters in een nieuw display ingesteld: - Adres van het luselement van 1 tot 250. - Lusnummer (er wordt het nummer van de lus gezet). - Kanaal (er wordt het opeenvolgende nummer van de ingang gezet die in het element toegankelijk is) Opmerking: adressen van luselementen instellendie van het volgende ingangtype zijn: detectors, handbrandmelders, ingang/uitgang modules! Als het apparaat niet van het type ingang is, verschijnt de...
Met het ingangtype “Algemeen” in het hoofdmenu voor ingang-programmering opent een nieuw veld Functie – figuur display 16. Dit veld opent een display met de volgende mogelijke toestanden: - BRAND ALGEMEEN - VOORALARM ALGEMEEN - STORING ALGEMEEN - SYSTEEMFOUT - UITGESCHAKELD - TEST - ONTRUIMING ALGEMEEN VOICE CYCLE –...
Een actief invoerveld voor een tekst tot 40 karakters inclusief de spaties die het werk van de uitgang beschrijft in ver- band met zijn geprogrammeerde functionaliteit. 3.6.2 Mode Gefixeerd (Latched) – wordt hersteld alleen na het zetten op 0. Niet gefixeerd (Unlatched) – leest de toestand af. 3.6.3 Actieve status (polariteit) GEÏNVERTEERD –...
toets “ANDERS” voert u de volgende instellingen in: - Ingangnummer – een nummer van 1 tot 250 kiezen. - Paneel/Repeater nummer – een paneel / repeater nummer van 1 tot 32 kiezen. Activiteit – met de toets “ANDERS” de “Uitgangparameters – Activiteit” zetten. Op de display wordt de activiteit gezet, met welke de uitgang zal worden geactiveerd.
3.7.1 Toegangscode en toegangsniveau wijzigen Het systeem onderhoudt 4 afzonderlijke codes. Aan elke van de codes kan een ander toegangsniveau worden toege- wezen. Hoofdstuk 3.1 beschrijft de werkinstellingen van de codes en de verbonden toegangscodes. Iedere code bestaat uit 4 cijfers4 cijfers. Figuur display 20 –...
Pagina 55
werk aan het paneel – zie hoofdstuk 2.5 en figuur 21). Attentie: Als meerdere adresseerbare panelen ATENA en/of ATENA EASY aan het netwerk zijn aangesloten (LAN of redundant), moet de instelling in het veld “Netwerktype” voor alle gelijk zijn! • Protocol –Het type van het communicatieprotocol kiezen afhankelijk van de gebruikte software voor automatisering en besturing van gebouwen (BMS) –“Modbus RTU over TCP/IP”...
te netwerk te negeren. Wanneer de instelling “UIT” gekozen wordt, volgt het paneel de toestand van het redundante netwerk niet. Bij instelling “AAN” controleert het paneel de toestand en zendt melding uit over storingen in het netwerk. 3.7.2.2 Menu panelen Nadat het netwerk ingeschakeld is, begint elk paneel naar andere aangesloten panelen te zoeken.
• Herhaal Algemeen brandalarm - herhaalt de toestand van de ingang van het afgelegde paneel inclusief de vertra- gingen. • Herhaal storing uitgang - herhaalt de toestand van de ingang van het afgelegde paneel inclusief de vertragingen. Keuze bevestigen door “Opslaan” . Als een paneel van het netwerk verdwijnt, zenden de andere panelen de melding “Paneelstoring”...
Pagina 58
Tevens is het mogelijk om parameters in te stellen die voor alle signaalgevers van het systeem gelden. Figuur display 24 – Mode Signaalgevers. Figuur display 24А – Instellingen Ontruiming Hierna zijn de in te stellen parameters beschreven: • Mode Signaalgevers – Elk druk op de toets wisselt alternatief de gebruikte werkmode van de signaalgevers: - ALGEMEEN –...
Om de ontruimings-instellingen te programmeren, druk op de toets “ANDERS “ in het venster “Mode Signaalgevers”. Een nieuw display verschijnt waar de volgende parameters kunnen worden gezet: • Ontruimingsinstellingen – Er zijn drie types instellingen mogelijk die van de lijst (actieve toets naast het veld) kunnen worden gekozen: - Flitslicht –...
Alle wijzigingen worden met “Opslaan” in de linkerbovenhoek van de display opgeslagen. 3.7.6 Taal kiezen In het menu kan gekozen worden tussen de beschikbare talen voor de programmeringsprocedure. 3.7.7 Vertraging instellen (Т1) In dit menu kan een algemene vertraging van 0 tot 60 seconden worden ingevoerd die voor alle uitgangen geldt. De werkinstelling is 30 seconden.
4. ONDERHOUD 4.1 Menu Systeemonderhoud Openen menu “Systeemonderhoud” via het hoofdmenu Systeem - Onderhoud. De hoofddisplay van het menu “Onder- houd” verschijnt – figuur display 26. Figuur Display 26. 4.2 Tijd instellen Ga met de toets “Tijd” in het menu Onderhoud toets naar het instelmenu voor de astronomische tijd – figuur display 27. Kies de gewenste tijd met behulp van de toetsen uur, minuten en seconden.
Figuur display 28. 1.Toetsen voor het jaar; 2.Toetsen voor de maand; 3.Toetsen voor de dag 4.4 Dagmodus Druk op de toets “Dag” in het menu “Onderhoud” om naar het instelmenu voor het dagelijkse werktijdschema van de de- tectors te gaan. De dagwerkmodus kan worden ingeschakeld, uitgeschakeld of volgens een bestemde schema werken als in het submenu Tijdschema wordt gekozen –...
Figuur display 30 Voer in het menu Tijdschema (rooster) het aanvangsuur en de minuten in (de tijd wanneer de dagmodus geactiveerd wordt) en het einduur en minuten (de tijd wanneer de nachtmodus geactiveerd wordt). De tijd wordt voor elke weekdag gezet.
Figuur display 32 – Vertraging van de sirenes invoeren . Voer in de modus Tijdschema het aanvangsuur en de minuten in (de tijd wanneer de vertraging actief wordt) en het einduur en minuten (de tijd wanneer de vertraging gedeactiveerd wordt). De tijd wordt voor elke weekdag gezet. Als een vertraging ingesteld is, licht de led “DELAY”...
4.6 Logbestand inzien (Register inzien) Kies de toets “Logbestand inzien” in het menu “Onderhoud”, een display wordt geopend die het memory van de opge- treden gebeurtenissen visualiseert. Het paneel kan tot 10.240 opgetreden gebeurtenissen opslaan, welke op datum van optreden of per nummer ingezien worden kunnen – figuur display 33. Figuur display 33.
Figuur display 34. 4.7.1 Zone test Voor de test van de zones kies opeenvolgend SYSTEEM - ONDERHOUD - TEST – ZONE TEST. Een kaart van de zo- nes met nummers van 1 tot 50 verschijnt op de display. Om de zones met nummers tot 96 op de display te zien, gebruik de toets met de pijl naar beneden of omhoog om naar de aanvangsnummers te gaan.
4.8 Uitschakeling invoeren Luselementen, zones en centrale-uitgangen inschakelen of uitschakelen. Kies de respectieve toets direct en voer de wijzigingen in of controleer eerst de actuele toestand van de centrale door de toets “Overzicht” en daarna, als nodig, iets wijzigen – figuur display 36. Fig.
4.8.2 Zones uitschakelen In het Uitschakelen-menu – figuur Display 36 kan eerst de actuele toestand van de zones worden ingezien. Kies de toets “Overzicht” dat zich naast de toets “Zones” bevindt. Een venster verschijnt waarin de systeemapparaten met hun adressen zijn aangegeven – Figuur display 38 (zie Programmeren hoofdstuk 3.4 Zones). Als een zone wordt uitgeschakedt, geeft het paneel de melding “Uitgeschakeld luselement”...
Figuur display 39 1.Toets voor het in-/uitschakelen van de sirenes; 2.Toets voor het in-/uitschakelen van de brandweer uitgang; 3.Toets voor het in-/uitschakelen van de brandalarm uitgang; 4.Toets voor het in-/uitschakelen van de storing uitgang Alle wijzigingen worden met “Opslaan” in de linkerbovenhoek van de display opgeslagen. 4.9 Software versie Druk op de toets “Software versie”...
deel van de rechthoek aan om terug te gaan naar het hoofdmenu. Als de display niet succesvol is gekalibreerd, verschijnt de melding “Niet succesvol gekalibreerd!!, de ingevoerde nieuwe gegevens worden geïgnoreerd. Raak op de display een deel van de rechthoek aan om terug te gaan naar het hoofdmenu Figuur Display 40.
ATTENTIE: “Mode LCD UIT” moet uitgeschakeld zijn om aan de eisen van EN54-2 te voldoen! 4.11 Geactiveerde isolators inzien Geactiveerde isolators in het systeem van COMELIT lussen beschouwen (de geïntegreerde isolators in de apparaten van de serie ATENA). Om het menu te betreden, kies opeenvolgend SYSTEEM - ONDERHOUD – GESTARTE ISO- LATORS –...
5. TIPS VOOR DE INSTALLATEUR 5.1 Status lijn Het doel van dit element op de LCD display is de momentele toestand van het brandmeldpaneel aan te geven met gedetailleerde informatie over het toegangsniveau, de werkmode (dag/nacht), de toestand van de uitgangen brand en brandalarm en andere –...
5.2 Icoon voor de paneelstatus Fig. Display 44. 1.Icoon voor de paneelmodus; 2.Icoon voor de status van de sirenes; 3.Icoon voor de status van de Brandalarm uitgang; 4.Icoon voor de status van de Brandweer uitgang) 5.2.1 Icoon voor de paneelmod Icoon Beschrijving Mode Laden –...
Signaalgevers zijn uitgeschakeld – de uitgang is uitgeschakeld. Storing in de uitgangen van de signaalgevers. 5.2.3 Icoon Status Brandweer uitgang Icoon Beschrijving Brandweer uitgang geactiveerd – de uitgang start. Er is een Brandweer doormelding vertraging ingesteld – een vertraging wordt aangewend voordat de brandweer-doormelding uitgang start (dat wordt voor elke zone geprogrammeerd).
5.3 Meldingen Het maximale aantal meldingen welke gelijktijdig kunnen worden getoond, is 3. De volgorde, in welke deze aangegeven worden is als volgt: 1) de eerst opgetreden; 2) alle meldingen tussen de eerste en de laatste, waarbij zij met de navigatietoetsen kunnen worden gelezen; 3) de laatst opgetreden.
6. BIJLAGEN Bijlage А Foutmeldingen welke op de display van het brandmeldpaneel verschijnen. Tekst van de melding Beschrijving Alarm Brand vastgesteld door een sensor Luselement type fout Op het adres is een element van een type gevonden dat anders is als verwacht. Luselement storing Het element antwoordt niet (verdwenen of beschadigd).
Pagina 77
Herstel Het paneel is hersteld. Alarm stop Signaalgevers zijn stil. RAM fout Fout in het RAM FLASH fout Fout in het memory. Onderbroken verbinding met het paneel (wanneer er twee of meerdere panelen aan het Storing paneel netwerk zijn aangesloten). Gedetailleerd inzicht toont de naam van het paneel. Dubbel IP adres Dubbel IP adres van het paneel.
Pagina 78
Bijlage B Elementtypes ATENA 1. Adresseerbare detectors • 41RCS000- Temperatuurdetector met ingebouwde isolator. 3 temperatuurklassen kunnen worden ingesteld: A1R (58º,RoR), A2S (60º), BS (75º). • 41RFUO000 Optische rookdetector met ingebouwde isolator. 4 gevoeligheidsniveaus kunnen worden ingesteld worden: hoog, normaal, medium en laag. •...
Pagina 79
Bijlage C Basisstructuur van de menu’s Analoog adresseerbare Brandmeldcentrale ATENA - Gebruikershandleiding Installatie en programmering...
Pagina 80
Bijlage D Werkvolgorde voor de eerste inbedrijfstelling Kies Apparaten Kies Randapparatuur Bekijk de aanwezige apparaten en met de toets “Opslaan” opslaan Kies Apparaten Kies Luselementen Bekijk de aanwezige apparaten en met de toets “Opslaan” opslaan. Wijzig het type als nodig Het paneel is in de gewone werkmode en controleert de elementen per zone Analoog adresseerbare Brandmeldcentrale ATENA - Gebruikershandleiding Installatie en programmering...
Preventief onderhoud Het adresseerbare paneel ATENA verlangt geen specifiek onderhoud maar dient met vochtige doek te worden gereinigd als de behuizing vervuild is (met stof of anders). Gebruik geen bijtende middelen of oplossingsmiddelen die de behui- zing kunnen aantasten. Zorg ervoor dat er geen water of vloeistoffen in de behuizing kunnen komen. De noodvoeding van het paneel wordt geleverd door een gesloten loden accu, waarvan de levensduur onder gecondi- tioneerde situatie ca.
Pagina 83
Analoog adresseerbare Brandmeldcentrale ATENA - Gebruikershandleiding Installatie en programmering...
Pagina 84
C E R T I F I E D M A N A G E M E N T S Y S T E M S w w w . c o m e l i t g r o u p . c o m Via Don Arrigoni, 5 - 24020 Rovetta (BG) - Italy...