Veiligheidsaanwijzingen voor het starten van de motor
De graafmachine is met een diefstalbeveiliging (blz. 138) voorzien.
Voordat de graafmachine voor de eerste keer op een werkdag wordt gestart, moeten de werkzaam-
heden vóór het dagelijks in bedrijf stellen worden uitgevoerd (blz. 71).
Controleer dat zich niemand binnen het bereik van de graafmachine bevinden. Indien niet kan wor-
den voorkomen, dat zich personen in de buurt van de graafmachine bevinden, moeten deze worden
STOP
gewaarschuwd door kort te claxonneren.
Waarborgen, dat alle bedieningselementen in de neutrale stand staan.
STOP
Het starten van de graafmachine is alleen toegestaan, indien de gebruiker op de bestuurdersstoel zit.
STOP
Voordat de motor wordt gestart, moet elke bestuurder de werkpositie instellen, zie "Werkplek inrich-
ten" (blz. 76).
Startpoging onderbreken, indien de motor bij het starten niet onmiddellijk aanslaat. Na een korte
wachttijd opnieuw proberen te starten. Indien de motor na meerdere startpogingen niet aanslaat,
moet gespecialiseerd personeel op de hoogte worden gesteld. Indien de accu leeg is, moet de graaf-
machine met starthulp worden gestart (blz. 128).
Geen startpilot, of dergelijk werkende middelen als starthulp gebruiken.
80
Bedrijf
W9296-8144-1
05/2019