Bedrijf
Starten van de graafmachine met starthulp
Als starthulp mag alleen een voertuig of startapparaat worden gebruikt, indien deze over een 12-V-
STOP
voeding beschikt.
De gebruiker bevindt zich op de bestuurdersplaats, het aansluiten van de starthulpaccu moet door
een tweede persoon worden uitgevoerd.
Accu bereikbaar maken en pluspoolkap verwijderen.
Het starthulpvoertuig of het startapparaat naast de graafmachine positioneren.
Als starthulpkabels moeten kabels met een voldoende
doorsnede worden gebruikt.
De pluspool van de accu van de graafmachine met de pluspool
van het starthulpvoertuig verbinden (zie afbeelding).
De minpool van het starthulpvoertuig met het chassis van de
graafmachine verbinden. Niet de minpool van de accu van de
graafmachine gebruiken. De verbindingsplaats van het chassis
moet blank en schoon zijn.
Het starthulpvoertuig starten en met verhoogd stationair toerental laten draaien.
Motor starten (blz. 82) en warm laten lopen. Controleren, of na het starten het laadstroomcontrolelampje is
uitgegaan.
De starthulpkabel eerst van het chassis van de graafmachine en daarna van de minpool van het starthulp-
voertuig losmaken.
De tweede starthulpkabel eerst van de pluspool van de accu van de graafmachine en daarna van de pluspool
van het starthulpvoertuig losmaken.
Pluspoolkap op de accu van de graafmachine zetten.
Indien de volgende start van de graafmachine weer alleen met starthulp mogelijk is, moet de accu en het laad-
stroomcircuit van de dynamo worden gecontroleerd, hiervoor gespecialiseerd personeel op de hoogte stellen.
W9296-8144-1
05/2019
127