In de winter moet vóór het gebruik van de ruitenwisser worden gecontroleerd, of het ruitenwisserblad
vastgevroren is. In dit geval kan het ruitenwisserblad of de ruitenwissermotor worden beschadigd.
S.v.p. de ruitenwisser alléén in werking stellen, indien de ruit nat genoeg is; zo nodig, de ruitensproei-
installatie van tevoren inschakelen.
Ruitenreinigingsinstallatie aanzetten
De ruitensproei-installatie kan bediend worden, wanneer de ruiten-
wisser in- of uitgeschakeld is.
Is de ruitenwisser ingeschakeld:
Schakelaar (1) opnieuw in stand RUITENWISSEN/SPROEIEN
drukken en vasthouden.
Is de ruitenwisser uitgeschakeld:
Schakelaar (1) in stand OFF drukken en vasthouden.
De ruitensproei-installatie werkt, zolang de schakelaar ingedrukt
blijft.
Is het ruitensproeireservoir leeg, dan de ruitensproei-
installatie niet bedienen, anders kan de pomp droog-
lopen en beschadigd worden.
Bediening van de binnenverlichting
Schakelaar (2) in stand ON (A) drukken.
De binnenverlichting (1) brandt, zolang de schakelaar in deze stand
blijft.
Om uit te schakelen schakelaar (2) in positie UIT (B) drukken.
120
Bedrijf
1
1
2
A
B
W9296-8144-1
05/2019