4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
Driepuntshefinrichting
De driepuntshefinrichting van de tractor wordt gebruikt om
materieel aan te koppelen dat op drie punten wordt be-
vestigd en gewoonlijk wordt aangedreven door de afta-
kas, bijvoorbeeld rotormaaiers, ploegen, klepelmaaiers,
sneeuwblazers, enz. De drie bevestigingspunten zijn de
twee onderste hefarmen en de topstang.
De driepuntshefinrichting heeft gemakkelijk verstelbare
zwenkbegrenzingsstangen (1) voor het regelen van de
zijdelingse beweging van de hefarmen. De lengte van de
topstang (2) en de hoogte van de linker- en rechterzijde
hefarm (3) en (4) kunnen worden afgesteld om het aan-
koppelen van werktuigen te vergemakkelijken en om het
werktuig na aankoppeling te nivelleren.
1
93100909
4-4