Koelvloeistofniveau controleren
OPMERKING: Controleer dagelijks of iedere 10 bedrijfsu-
ren het koelvloeistofniveau. De motor moet koud zijn wan-
neer het koelvloeistofniveau wordt gecontroleerd.
1. Voer een visuele inspectie van de koelvloeistofniveau
in de expansietank uit (1) het koelvloeistofniveau dient
tussen de markeringen "LAAG" en "HOOG" aan zijkant
van het reservoir, te zijn.
2. Als het koelvloeistofniveau zich niet tussen de "LAAG"
en "HOOG"-markeringen bevindt, voeg dan zonodig
een water-/antivriesoplossing toe. Het koelsysteem
bevat reeds antivries, voeg alleen een antivriesoplos-
sing met de juiste verhouding tussen water en antivries
toe. Zuiver water verdunt de oplossing en verzwakt de
geboden bescherming.
3. Zorg ervoor dat de radiateurribben vrij zijn van vuil of
kaf, zodat de lucht vrij kan bewegen.
4. Controleer en reinig het voorste radiateurscherm (2)
om de 10 bedrijfsuren.
Na de eerste 50 bedrijfsuren
Motorolie en filter
OPMERKING: Ververs de motorolie en vervang het filter
na de eerste 50 bedrijfsuren en vervolgens om de 300 be-
drijfsuren. Als de tractor lange tijd bij maximaal nominaal
vermogen en maximale rijsnelheid wordt gebruikt, of on-
der andere continu zware omstandigheden, moeten de mo-
torolie en het filter na de eerste keer olie verversen om de
200 bedrijfsuren worden vervangen.
Verversen van de motorolie:
1. Plaats een geschikte opvangbak onder de aftapope-
ning om de gebruikte olie op te vangen. Met uitgescha-
kelde motor, maar bij normale bedrijfstemperatuur, ver-
wijdert u de aftappluggen (1). Breng de plug weer aan
nadat alle olie is afgetapt.
7 - ONDERHOUD
7-16
1
93100880
2
93100861
1
93099367