Sectie 4.4
► Verklaring omtrent trillingen
De trillingswaarde wordt gemeten conform richtlijn 78/764/EEC . Zie 2-22 .
Sectie 4.5.1
► Werken met voorlader (risico van vallende objecten)
1. Er is altijd gevaar verbonden aan werken met een frontlader.
2. In aanvulling op de informatie in deze handleiding raadpleegt u bij het monteren van een voorlader altijd de hand-
leiding en de aanbevelingen van de voorladerfabrikant voor de bevestigingspunten op uw tractor, alsmede de
maten en soorten bevestigingsmiddelen die gebruikt moeten worden.
3. Zie ook de informatie in het hoofdstuk dat begint op Veiligheidsvoorschriften.
Sectie 4.5.2
► Werken in een bosbouwomgeving (gevaar van vallende en/of penetrerende voorwerpen)
WAARSCHUWING
Voorkom letsel!
Uw machine is NIET TOEGERUST VOOR BOSBOUWTOEPASSINGEN (zwaar of licht). Vraag uw dea-
ler of er een specifieke gecertificeerde bosbouwkit voor uw machine bestaat die op uw machine kan
worden aangebracht.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
1. Als een landbouwtractor in een bosbouwtoepassing wordt gebruikt, dient met de volgende gevaren rekening te
worden gehouden:
A. Omvallende bomen, met name wanneer op de achterzijde van de tractor een kraan voor bomen is gemonteerd.
B. Voorwerpen die in de bestuurdersruimte binnendringen, met name wanneer op de achterzijde van de tractor
een windas is gemonteerd.
2. Een gecertificeerde bosbouwset zou alle hierboven beschreven risico's moeten dekken, en met name bescher-
ming moeten bieden tegen omvallende bomen door middel van roosters voor de cabinedeuren, het dak en de
ruiten, alsmede de noodzakelijke bescherming tegen vallende voorwerpen (zie punt 4.1.(O) hierboven voor meer
informatie over het FOPS-niveau)
Sectie 4.5.3
► Werken met de gewassproeimachines, gemonteerd of getrokken (risico van gevaarlijke stoffen)
Deze tractor is niet uitgerust met een cabine.
Zie de instructies van de leverancier van de chemische stof (bijv. pesticiden, fungiciden, herbiciden, enz.), alsmede
de instructies van de fabrikant van de sproeimachine. Er moeten persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's)
worden gebruikt wanneer deze instructies dat voorschrijven, ook bij een tractor zonder cabine.
WAARSCHUWING
Gevaar van inhalering! Risico voor bestuurder en omstanders.
Zie voor bescherming tegen gevaarlijk stof, gevaarlijke aërosolen en gevaarlijke dampen de instruc-
ties van de leverancier van de betreffende chemicaliën, de fabrikant van de sproeimachine en de
basisregels in deze handleiding.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
2-19
W1088A
W0043A