Rijden met het voertuig
Neem de volgende veiligheidsmaatregelen in acht bij het
rijden met de tractor:
• Let altijd op waar u rijdt, vooral aan het einde van een
rij, op wegen en in de buurt van bomen.
• Gebruik de alarmknipperlichten, verlichting voor de
openbare weg (dimlicht) en SMV, de aanduiding voor
langzaam rijdend verkeer (langzaam rijdend voertuig),
wanneer u zich op de openbare weg begeeft, zowel
overdag als 's nachts.
• Laat NIEMAND op de tractor meerijden.
• Koppel de rempedalen aan elkaar als u op de openbare
weg rijdt.
• Zorg ervoor dat de aftakasschakelaar in de uitgescha-
kelde stand staat.
• Laat de tractor bij het afrijden van een heuvel in de
versnelling staan. Gebruik een laag versnelling voor
het handhaven van de controle met minimaal remmen.
• Als de tractor vast komt te zitten, rijd dan achteruit om
te voorkomen dat de machine verstoord wordt.
• Gebruik altijd de trekstang voor trekwerkzaamheden.
Trek niet vanaf een ander deel van de tractor, aange-
zien hij dan naar achteren kan kantelen.
LET OP: Bij transport op de openbare weg, moet een
veiligheidsketting met een trekkracht die gelijk is aan het
maximale toelaatbare gewicht van het werktuig worden
aangebracht tussen de tractor en het getrokken werktuig.
Hierdoor wordt het werktuig bij verlies van de sleeppen
opgevangen. Controleer na het bevestigen de instelling
van de veiligheidsketting door een korte afstand te rijden
met de tractor en naar links en rechts te sturen. Draai
de ketting indien nodig losser of strakker vast. De vei-
ligheidskettingen en geschikte bevestigingsmiddelen zijn
verkrijgbaar bij uw NEW HOLLAND-dealer.
5 - TRANSPORTWERKZAAMHEDEN
OPMERKING: Bevestigingsmiddelen zijn lokaal aan te
schaffen.
werktuig of de gebruikershandleiding voor de specifica-
ties van de bevestigingsmiddelen, zoals het formaat en
de klasse van bouten, de sterkte van kettingen, onderle-
gringen, moeren enz.
• Laat de koppeling langzaam aangrijpen wanneer u een
greppel of geul uit rijdt of tegen een steile helling oprijdt.
Trap het koppelingspedaal meteen in als de voorwielen
van de grond los moeten komen.
• Verminder uw snelheid voordat u snel keert of de rem
gebruikt.
• Om een noodstop te maken, trapt u beide rempeda-
len en het koppelingspedaal (alleen voor schakeluit-
voering) tegelijkertijd in.
OPMERKING: Om een noodstop te maken met een
HST-model tractor trapt u beide rempedalen in en laat
u het HST-pedaal voor vooruit of achteruit los.
• Gebruik nooit het differentieelslot bij het nemen van een
bocht.
• Wees extreem voorzichtig en vermijd stevig remmen
met de tractor wanneer u zware getrokken ladingen
sleept bij wegsnelheid.
• Ieder getrokken voertuig met een totaalgewicht dat het
totaalgewicht van de trekkende tractor overschrijdt,
moet om veiligheidsredenen voorzien zijn van rem-
men.
• Tijdens het starten van of het rijden met de tractor dient
u te allen tijde op de bestuurdersstoel te zitten.
• Controleer altijd de vrije hoogte van de tractor, vooral
wanneer deze wordt vervoerd.
5-7
Raadpleeg de montage-instructies van het