PARKEREN VAN MACHINE
Remmen en bedieningselementen - Parkeren
Schakeluitvoering
WAARSCHUWING
Voorkom letsel! Voer altijd de volgende han-
delingen uit voordat u smeer-, onderhouds-
of servicewerkzaamheden uitvoert aan de ma-
chine.
1. Schakel alle aandrijvingen uit. 2. Schakel
de parkeerrem in. 3. Laat alle voorzetstukken
neer op de grond of hef ze en schakel alle vei-
ligheidsvergrendelingen in. 4. Schakel de mo-
tor uit. 5. Neem de sleutel uit het contact. 6.
Schakel de hoofdschakelaar uit, indien aanwe-
zig. 7. Wacht tot de machine volledig tot stil-
stand is gekomen.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden
tot ernstig of dodelijk letsel.
Volg de volgende procedure om de tractor te parkeren:
1. Trap het koppelingspedaal (1) en de rempedalen (2)
in. Trek de gashendel (3) naar achteren om het mo-
tortoerental te verlagen.
OPMERKING: Parkeer de tractor op een vlakke on-
dergrond. Wanneer het noodzakelijk is om op een
helling te parkeren, zet u de transmissie in de laag-
ste versnelling en plaatst u blokken voor of achter de
wielen, afhankelijk van het feit of u op de op- of aflo-
pende kant van de helling staat.
2. Zet de hoofdschakelhendel (4) van de shuttlehendel
(5) in de neutraalstand en zorg ervoor dat de aftakas-
schakelaar (6) in de uitgeschakelde stand staat.
3. Duw de HPL-bedieningshendel (7) naar voren om
werktuigen (indien aanwezig) tot op de grond neer te
laten. Draai de contactsleutel (8) in de uitgeschakelde
stand.
4. Schakel de parkeerrem in (9) en laat de rempedalen
en het koppelingspedaal langzaam los.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
W0047A
4-26
1
93100852
2
93099330