Inhoudsopgave
Advertenties
Kruissnelheidregeling - modellen met hydrostatische transmissie (HST)
WAARSCHUWING
Gevaar van verlies van controle!
Om de machine optimaal onder controle te
houden, mag u de cruise-control niet gebrui-
ken bij hoge rijsnelheden of bij het rijden op
de openbare weg.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden
tot ernstig of dodelijk letsel.
De tuimelschakelaar (1) van de kruissnelheidregeling van
de hydrostatische transmissie (HST) bevindt zich aan de
linkerkant van het instrumentenpaneel. Met de schake-
laar kan zowel voor vooruit als achteruit een constante
snelheid worden gehandhaafd.
OPMERKING: De cruise-controlschakelaar is alleen aan-
wezig op tractoren van het HST-model.
Zodra de gewenste rijsnelheid is bereikt, drukt u de bo-
venste helft van de cruise-controlschakelaar in. Er gaat
een oranje lampje branden op het instrumentenpaneel
om aan te geven dat de cruise-control is ingeschakeld.
Om de cruise-control uit te schakelen, drukt u de onder-
ste helft van de schakelaar in of trapt u beide rempedalen
in. Het oranje lampje gaat uit om aan te geven dat de
cruise-control is uitgeschakeld.
OPMERKING: De tuimelschakelaar heeft drie standen: in
de bovenste stand is de cruise-control ingeschakeld, de
middelste is de neutraalstand en in de de onderste stand
is de cruise-control uitgeschakeld.
Shuttlehendel van transmissie - Modellen met mechanische transmissie
LET OP: Probeer niet de shuttlehendel te bedienen ter-
wijl de tractor rijdt, aangezien dit kan leiden tot schade aan
de synchromeshtandwielen. Het koppelingspedaal moet
worden ingetrapt en de tractor moet tot stilstand zijn ge-
bracht voordat u de shuttlehendel bedient.
OPMERKING: De shuttlehendel is alleen aanwezig bij
tractoren met versnellingen.
De shuttlehendel (1) van de transmissie bevindt zich aan
de linkerkant van het instrumentenpaneel. De shuttlehen-
del wordt gebruikt om de transmissie in de modus voor
vooruit of achteruit rijden te schakelen, terwijl het koppe-
lingspedaal wordt ingetrapt. Beweeg de hendel naar vo-
ren voor vooruit rijden en naar achteren om achteruit te
rijden.
OPMERKING: Om het startveiligheidssysteem te active-
ren, zodat de motor kan worden gestart, moet de shuttle-
hendel in de neutraalstand (midden) staan.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN
W0978A
3-10
1
NHIL13CT00708AA
1
NHIL13CT00709AA
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
