Werking van cruise-control
WAARSCHUWING
Gevaar van verlies van controle!
Om de machine optimaal onder controle te
houden, mag u de cruise-control niet gebrui-
ken bij hoge rijsnelheden of bij het rijden op
de openbare weg.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden
tot ernstig of dodelijk letsel.
Zodra de gewenste rijsnelheid is bereikt, drukt u de bo-
venste helft van de cruise-controlschakelaar (1) in. Er
gaat een oranje lampje branden op het instrumentenpa-
neel om aan te geven dat de cruise-control is ingescha-
keld. Om de cruise-control uit te schakelen, drukt u de
onderste helft van de schakelaar (2) in of trapt u beide
rempedalen in. Het oranje lampje gaat uit om aan te ge-
ven dat de cruise-control is uitgeschakeld.
OPMERKING: De tuimelschakelaar heeft drie standen: in
de bovenste stand is de cruise-control ingeschakeld, de
middelste is de neutraalstand en in de onderste stand is
de cruise-control uitgeschakeld.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
W0978A
4-23
4
NHIL13CT00708AA